Lessen prijsvraag Oirschot
Biobased en natuurinclusief bouwen, met het levend bodem-watersysteem als fundament, moet uitgroeien tot het nieuwe normaal. Daar zet het College van Rijksadviseurs op in met het programma ‘Een Nieuwe Bouwcultuur’. Met de afgeronde ontwerpprijsvraag in Oirschot is dit doel dichterbij gekomen.
De inzendingen van de drie finalisten bevatten een schat aan inzichten over de nieuwe bouwcultuur en hoe we die kunnen realiseren. De gemeente Oirschot gebruikt het winnende plan “Nieuwe Oogst – een biobased (ver)bouwcultuur” als een ‘richtinggevende basis voor de ontwikkeling van de gebiedsvisie’. Volgens planning zal de gebiedsvisie in het 3e kwartaal van 2023 door de gemeenteraad worden vastgesteld.
Welke lessen kunnen we uit de prijsvraag Oirschot trekken?
- Goede verhalen doen verlangen naar verandering
Een Nieuwe Bouwcultuur gaat over meer dan alleen bouwen. Het gaat ook over hoe we in de toekomst willen (samen-)leven, wonen, werken, voedsel verbouwen en recreëren. Er zijn wel inspirerende verhalen en verbeelding nodig om ons gezamenlijk te doen verlangen naar verandering. De ontwerpen voor Oirschot bieden deze goede verhalen en laten zien hoe aansprekend en veelomvattend de nieuwe bouwcultuur kan zijn.
- Traditie en innovatie gaan hand in hand
De ontwerpvoorstellen trekken de lange lijnen uit het verleden door en behouden en versterken zo de identiteit van de streek. Streekeigen bouwen is een voortzetting van tradities uit het verleden. Biobased en natuurinclusief bouwen kunnen we immers gewoon, we hebben het al duizenden jaren gedaan. Maar door technologische innovatie kan er nu zoveel meer, en op grotere schaal. Door de inzet van lokaal geteelde bouwmaterialen en lokale bouwtradities in combinatie met nieuwe technieken ontstaan nieuwe typen bebouwing en een nieuwe vormentaal die kenmerkend zijn voor de streek.
- Brede waarden businesscase
Biobased en natuurinclusief bouwen valt in reguliere business cases, waar gekeken wordt naar kosten en baten, vaak duurder uit dan traditioneel bouwen met beton. Met een brede maatschappelijke waardenbenadering valt de berekening echter sterk ten gunste van biobased en natuurinclusief bouwen uit. Dankzij bijdragen aan CO2-opslag, waterberging en – zuivering, biodiversiteit, zuiniger energieverbruik en recycleerbaarheid. Het beschouwen van de hele bouwketen en een brede waardebepaling zouden gemeengoed moeten worden.
- Landschap leidend
De voorstellen denken eerst na over het landschap en dan over welke woningen en verdienmodellen (economie/landbouw) daarbij passen. Nieuwe teelten voor biobased bouwen kunnen bijdragen aan een aantrekkelijk landschap, aan verdienmodellen voor boeren, en aan de versterking van de gebouwde omgeving met het (productie-)landschap eromheen.
De ontwerpen vormen een showcase voor natuurinclusief bouwen met een hoog ambitieniveau en gaan ver voorbij de ‘nestkastjes’. De mens is te gast en probeert zijn impact zo klein mogelijk te maken door samen te werken met en ruimte te geven aan natuur.
- ‘Bodem en water sturend’ vergt meer onderzoek
Tegelijkertijd valt er nog veel te leren over wat het principe “bodem- en water sturend” betekent in gebiedsontwikkeling. Dit principe gaat niet alleen over waterberging of filtratie-oplossingen. Het vraagt om onderzoek en begrip van het levend bodem- en watersysteem en hoe dat versterkt kan worden. Net als andere landschappelijke karakteristieken moet een ontwerp daar gemotiveerd op reageren. Het nadenken over bodem en water kan juist ook gaan over subtiele ingrepen in plaats van grote gebaren.
- Gemeenschappen maken
De ontwerpvoorstellen besteden veel aandacht aan collectiviteit in het wonen en ook aan collectiviteit in economie en beheer. Er is nagedacht over sociale woonvormen gebaseerd op circulariteit, gedeeld eigenaarschap en gedeelde verantwoordelijkheid voor de leefomgeving en naar toekomstige generaties toe. De nieuwe bouwcultuur stopt dus niet na de bouwfase, maar spoort aan tot langdurige vormen van samenwerking.
- Verschillende schaalniveaus leiden tot rijke oogst
In deze prijsvraag is gevraagd naar verschillende schaalniveaus: een landschapsvisie voor het ruimere gebied, een proefverkaveling en een voorbeelduitwerking op gebouwniveau. Het betrekken van alle ruimtelijke disciplines heeft in grote mate bijgedragen aan de rijkheid van de oogst en aan het ontwikkelen en uitdragen van een nieuwe bouwcultuur.
Door een concept door te denken tot het kleinste schaalniveau is er ook over beheer, minder ondergrondse infrastructuur en variatie binnen het plangebied nagedacht. Hiermee komen abstracte stedenbouwkundige plannen en doelen zoals het biobased en natuurinclusief bouwen tot leven en worden ze ook begrijpelijk voor bijvoorbeeld (toekomstige) bewoners.