Gerrit Marsman: Natuurinclusiviteit alleen biedt geen enkel perspectief

Soms word ik er triest van. Als ik zie hoe boze boeren optrekken naar de grote steden van Europa. Op trekkers tot zo’n 200 pk, met zware kiepers beladen met autobanden, stro en ander milieuvervuilend afval. Om deze vervolgens in brand te steken. Natuurexclusiviteit ten top.

In de vorige eeuw schreef cultuurfilosoof Feitse Boerwinkel het boek ‘Inclusief denken’. Een pleidooi voor een denken dat er principieel van uitgaat dat ons welzijn niet verkregen wordt ten koste van of zonder de anderen: mensen, dieren, de natuur. Boerwinkel baseerde zijn inzichten op waarden als openheid, nieuwsgierigheid, dialoog, mededogen, interesse en wederzijds respect in de betekenis van omzien naar en rekening houden met. Mens, dier en natuur, we hebben elkaar nodig. Samenwerken is het devies.

Onvoldoende zoden aan de dijk

Als ik nadenk over mijn – en onze – relatie met de natuur aan de hand van die waarden en over het begrip natuurinclusiviteit, dan hebben wij nog een lange weg te gaan. Niet alleen omdat de natuur in delen van Nederland en Europa door verstedelijking, industrialisering en grootschalige landbouwproductie ver te zoeken is, maar vooral omdat natuurinclusiviteit vanuit eendimensionale opvattingen wordt beredeneerd. Ja, het is een manier van boeren waarbij getracht wordt te werken binnen de grenzen van de natuur.  Dat lijkt mooi, maar dát alleen zet onvoldoende zoden aan de dijk.

Terughoudendheid

Om de natuur werkelijk tot zijn recht te laten komen, zal ik mij als boer, ondernemer en mens terughoudender moeten opstellen en onze opbrengsten, manier van produceren en positie in de markt ondergeschikt moeten maken aan de ecologie. Daarvoor heb ik de anderen nodig.

Spelend varken

Voor mij als betrokken boer houdt dit in dat we er met elkaar voor zorgen dat de bodem, de bron van het leven, niet wordt vernietigd. Dus geen pesticiden, herbiciden, kunstmest, genetische manipulatie, overbemesting en geïmporteerd veevoer. Een hoeveelheid vee die past bij het veevoer wat we dichtbij, in de regio, verbouwen. Koeien in kruidenrijke weides met struiken en bomen aan de randen. Varkens buiten, waar ze volop ruimte hebben voor wroeten en een modderbad. Kippen eveneens buiten, waar ze volop kunnen scharrelen en stofbaden nemen. Waardoor elk dier z’n soorteigen gedrag kan uiten.

Met elkaar moeten we ervoor zorgen dat de bodem, de bron van het leven, niet wordt vernietigd.

Goede relaties

Een inclusieve landbouw bestaat niet zonder goede relaties: relaties met medewerkers, met collegaboeren, met handelspartners en als belangrijkste de relaties met de consument waar wij voeding voor produceren. Voeding die leven moet geven. Dit gaat niet lukken met voeding die geproduceerd is met een reeks aan dodende middelen. De gangbare aardappel belandt zo dood als een pier op ons bord. De biologische variant barst daarentegen van het leven. Als we dan bedenken dat je bent wat je eet is de keuze snel gemaakt.

Ik zie natuurinclusiviteit daarom breder. Om perspectief te realiseren hebben we alles en iedereen nodig. Elke sector en elk mens op zijn of haar eigen wijze. Veel diversiteit, een opbouw vanuit onszelf en van onderaf. Inclusief, levend en met heel veel vuur. Zodat we zonder zwarte rookwolken een nieuwe toekomst creëren.

Gerrit Marsman

Over Gerrit Marsman

Gerrit Marsman heeft in 1987 het bedrijf overgenomen van zijn vader. Hij schakelde direct over op de biologische werkwijze. De boerderij is na die tijd veranderd van gespecialiseerd veehouderij naar veelzijdig gemengd. Momenteel bestaat de boerderij uit een maatschap van vier personen. In de kale Noordoostpolder is het een prachtige verschijning: de groene oase van EKO-boerderij De Eerste.

Zie hier meer informatie naar het project ‘Bodemgoud’, waarbij Charlotte van der Woude onderzoek heeft gedaan naar hoe het landschap, landbouw en beleidskeuzes zijn verweven met elkaar en hoe zij van invloed zijn op de staat van de bodem. Gerrit Marsman heeft één van de vijf diepte-interviews gegeven tijdens dit onderzoek.