Hybride werken
Hybride werken is door de Coronacrisis binnen korte tijd een belangrijk onderdeel geworden van kantoorwerk. Gezien de snelheid waarmee deze ontwikkeling heeft plaatsgevonden, is er vraag naar nadere analyse van de veranderingen in gedrag en het gevolg voor de ruimtelijkheid die hier uit volgt.
Veel van de ruimtelijkheden die we voor werk gebruiken hebben een geschiedenis in onze moderne tijd. Om hier een beter gevoel voor te krijgen hebben we aan de hand van filmfragmenten drie typologieën geanalyseerd die een andere geschiedenis kennen maar tegelijkertijd relevant lijken vandaag de dag. De drie typologieën zijn: Kantoor, Atelier en de Studeerkamer.
Het kantoor
Het kantoor zoals we dat vandaag de dag kennen is een relatief jonge typologie. Ontworpen en ontwikkeld om administratief werk te huisvesten, stammen de eerste specifiek gebouwde kantoorgebouwen uit de industriële revolutie. De kantoren binnen dit ontwerp zijn op werkzaamheden georiënteerde grote ruimtes. Met hun open plattegrond bieden ze plek aan maximaal 200 werknemers. Belangrijke regel in het open kantoor is dat er stilte heerst. Deze ruimte is er om in gezelschap individueel werk te verrichten.
Het Atelier
Het Atelier is traditioneel de werkkamer van een kunstenaar maar wordt gedurende de 20ste eeuw gebruikt voor de werkruimte voor een grote range aan activiteiten. Het atelier binnen het ontwerp is een ruimte die de identiteit van een kleine groep binnen de overheid uitstraalt. Het is een plek waar niet-lineaire processen plaatsvinden. Ingericht door de werkgroep die er werkt.
De werkkamer
De werkkamer of studeerkamer is een oude typologie. De eigentijdse studeerkamer, een kamer waar gewerkt kan worden binnen een huishouden vindt zijn origine in de renaissance. Het Rijkshotel is een hotel voor werknemers van de overheid. Dit biedt de mogelijkheid voor werknemers die verder weg wonen om een aantal aaneengesloten dagen per week op kantoor te werken en hier ook te slapen en de overige dagen thuis te werken.
Over Enzo Valerio
Enzo Valerio (1987) is een architect die zich bezighoudt met ontwerp en uitvoer van projecten in complexe historische - vaak landschappelijke - context. Zijn werk bevindt zich op het raakvlak van architectuur en kunst, waarbij het hele proces van concept tot zelfbouw een belangrijke rol inneemt. Enzo studeerde in 2014 af aan de ETH in Zurich (Zwitserland) met het project Sihltreppen, waarvoor hij meerdere prijzen ontving. Sindsdien heeft hij werkervaring opgedaan binnen de internationale kunstproductie bij de Kunstgiesserei St. Gallen (eveneens in Zwitserland) waarna hij in 2016 onder zijn eigen naam een atelier in Rotterdam begon. Het nieuwe slingerapenverblijf voor dierentuin Artis (2019) en het paviljoen voor Pinetum Blijdenstein in Hilversum behoren tot zijn meest recente projecten. Daarnaast heeft hij de afgelopen twee jaar een complex voor kunstenaarsateliers in een oud postkantoor in het centrum van Rotterdam ontworpen en gebouwd waarvoor hij genomineerd werd voor de Abe Bonnema Prijs voor jonge architecten.