De staat van het Nederlandse landschap: puzzel opnieuw leggen
Rijksadviseur Eric Luiten was keynote speaker in het door Natuurmonumenten georganiseerde debat over de kwaliteit van het Nederlandse landschap. Onder meer de Tweedekamerleden Eric Smaling (SP) en Ruud Heerema (VVD) woonden het debat bij. Eric Luiten pleitte voor een nieuw arrrangement voor het landschap dat recht doet aan een ‘blijvend diep bezorgde samenleving’. Tegelijkertijd zijn de opgaven zoals hoogwaterbescherming en energietransitie zodanig veelomvattend dat deze niet alleen aan burgers kunnen worden overgelaten.
Directeur Natuurmonumenten Marc van den Tweel constateerde dat burgers steeds meer in opstand komen tegen de aantasting van het landschap, zoals de recente discussie over bouwen aan de kust volgens hem onderstreept. Maar Natuurmonumenten wil meer zijn dan alleen een protestclub, zij wil bijvoorbeeld door deelname aan het Kustpact ook verantwoordelijkheid nemen. In het debat was de kwestie van verantwoordelijkheid en visie dan ook een rode draad. Eric Luiten constateerde met zijn quick scan van het landschapsbeleid van de twaalf provincies dat het landschap ‘te vondeling is gelegd’. ‘Het Rijk heeft zijn landschapsbeleid afgeschaft zonder dat er overdracht naar provincies heeft plaatsgevonden.’ Elke provincie hanteert momenteel een eigen aanpak. Het landschap verliest daarmee zijn samenhang, aldus de rijksadviseur, die door Alterra een kaart liet maken die de onderliggende structuren en patronen van het landschap aantoont. ‘Deze patronen houden zich niet aan provinciegrenzen. Het komt niet vanzelf goed.’
Nieuw arrangement nodig
Eric Luiten pleit dan ook voor een grondige bezinning op landschapsbescherming en –ontwikkeling, mede in het licht van de grote opgaven zoals het deltaprogramma, de energietransitie, de schaalvergroting in de landbouw en de bodemdaling in het veenweidegebied. Terwijl de visie van rijkswege is afgeschaft, is de mondige samenleving steeds pregnanter aanwezig. De puzzel van de verantwoordelijkheid voor het landschap moet ‘opnieuw worden gelegd’, aldus Eric Luiten. Op een aantal thema’s is samenwerking op provinciaal niveau nodig, maar ook moet met nieuwe partijen zoals burgers maar ook bijvoorbeeld grote bedrijven een ‘nieuw arrangement’ worden afgesproken over rollen en gewenste kwaliteitsniveaus.
Ruimte voor de Rivier
Volgens de Gelderse gedeputeerde Jan Jacob van Dijk komt er juist vanuit de provincies en ‘van onderop’ veel goeds tot stand met betrekking tot het landschap. Hij wees op de nieuwe nevengeul bij Nijmegen-Lent. Eric Luiten: ‘Dit is nu bij uitstek een voorbeeld van een overigens op alle vlakken voorbeeldig rijksprogramma, namelijk Ruimte voor de Rivier.’ Burgers zijn in eerste instantie doorgaans eerder tégen dergelijke grote ingrepen. Hoogleraar aan de WUR Joks Janssen pleitte voor een nieuwe balans tussen behoud en ontwikkeling van het landschap. ‘Dat is te beperkt op alleen provinciaal niveau.’
Duidelijkheid scheppen
Ieder moet zijn rol nemen, aldus Eric Luiten, en dat betekent onder meer dat de publieke sector ‘moet ophouden met zichzelf voortdurend te relativeren’. Ook de beide kamerleden Smaling en Heerema vragen om een duidelijke en samenhangende visie van het Rijk op het landschap en de ruimtelijke opgaven. Eric Smaling: ‘Het Rijk moet de kaders goed neerzetten, ik mis een sterke inhoudelijke visie.’ Ruud Heerema: ‘Het begrip landschap komt niet voor in de nieuwe Natuurwet. Het Rijk heeft te weinig duidelijkheid geschapen voor de provincies. Dat moet echt beter.’