Verslag bijeenkomst Commons

"Vandaag leren we denken in metaforen van de natuur, in plaats van in technische metaforen. Regeneratief denken.” Met deze veelbelovende woorden opent Jannemarie de Jonge, Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving, de vierde sessie van de Toekomstacademie Wij zijn natuur.

Herman Wijffels en Dorine van Norren

Herman Wijffels trapt af. Hij is econoom en emeritus hoogleraar ‘duurzaamheid en maatschappelijke verandering’ werkte bij het Ministerie van Landbouw en Visserij, was voorzitter van de hoofddirectie Rabobank Nederland, en leidde zowel de Stichting Natuurmonumenten als de SER. Wijffels bespreekt het begrip ‘commons’ en de zoektocht naar een economie die natuurlijke systemen voedt in plaats van schaadt. Hij benadrukt dat we andere waarden centraal moeten stellen in onze samenleving.

Commons

Commons, ofwel ‘meenten’, moeten in onze volgende beschaving een centralere positie innemen, stelt Wijffels. Er zijn drie vormen van ‘commons’. De eerste vorm betreft zaken van gezamenlijk belang die niemands eigendom zijn, zoals schone lucht, de wereldzee en biodiversiteit. De tweede vorm betreft zaken die van gezamenlijk belang zijn maar in eigendom gegeven worden, zoals landbouwgrond. Ook al is dit particulier bezit, de opbrengst ervan is van levensbelang voor de mens. Wijffels stelt dat het gebruik ervan zo moet zijn dat de vruchtbaarheid van de grond behouden blijft. De derde vorm betreft institutionele zaken waar we allen belang bij hebben, zoals democratie, gezondheidszorg en onderwijs.

Industrieel tijdperk in twee schema’s

“In een paarhonderd jaar van het industriële tijdperk zijn we helemaal vastgelopen, in alle opzichten. En dat is logisch.” Wijffels pakt een stift en begint “de moeder aller grafieken” te tekenen op een flipoverbord. Op de x-as schrijft hij ‘1800 tot nu’, en tekent een horizontale lijn die op tweederde plots steil omhoogloopt. Op de y-as kunnen we nagenoeg alles invullen, zoals: welvaartstoename, bevolkingsgroei en afname biodiversiteit. “We hebben te maken met volstrekt andere omstandigheden dan toen we ons kapitalistisch systeem ontwierpen. Het systeem waar we in zitten past simpelweg niet meer bij onze huidige situatie.”

Destijds was er een overvloed aan natuurlijke hulpbronnen, ruimte en arbeid. De economie was een fractie van het huidige bbp. Materiële welvaartsgroei was het doel en kapitaal was schaars, dus alles draaide om de vermeerdering daarvan. Het kapitalisme werd geboren uit deze omstandigheden.

De samenleving is echter veranderd. Wijffels tekent een horizontale lijn en legt uit dat tot ongeveer 30 jaar geleden het politieke veld relatief eenvoudig was met aan de linkerzijde de welvaartsverdelers en de rechterzijde de welvaartsmakers. Nu is in het politieke veld een verticale as dominant geworden. Deze as is meer waarde gedreven en spant zicht op tussen conservatief en progressief. De conservatieven vinden het behoud van de huidige welvaart de grootste waarde. De progressieven zien een andere waarde, namelijk het centraal stellen van de toekomst van het leven. Condities die het leven voeden: dat is niet een particuliere aangelegenheid, maar iets collectiefs.

Fundamenteel anders

Wijffels noemt twee pijlers van het kapitalisme: extractie van natuurlijke hulpbronnen en een zeer nauwe definitie van efficiëntie. Het huidige systeem zet natuurlijk kapitaal om in financieel kapitaal, wat niet duurzaam is. Wereldwijd halen we jaarlijks 100 miljard ton aan grondstoffen uit de bodem, waarvan slechts 7% circulair is. De bronnen raken op, de ecologische commons raken uitgeput en de leefomgeving raakt vervuild. “We zijn structureel bezig onze eigen leefomstandigheden onmogelijk te maken.”

In de afgelopen 200 jaar is er een schaarste ontstaan aan gezond natuurlijk kapitaal en arbeid, terwijl financieel kapitaal overvloedig aanwezig is. Het huidige systeem, gebaseerd op de uitgangspunten van het jaar 1806 is niet meer geschikt. “We hebben lang geaccepteerd dat economische groei een groot effect had op de gezondheid van mensen. Maar nu we zien dat onze toekomst en gezondheid eronder lijden, moeten we heroverwegen.”

Leven centraal

Wijffels stelt dat we moeten kiezen tussen het bbp centraal stellen of de toekomst van het leven centraal stellen. “De commons centraal stellen past niet in een liberaal-socialistisch systeem. Dat vereist een systeem waarin actoren in de maatschappij verantwoordelijkheid nemen voor de commons. Bijvoorbeeld door maatschappelijk verantwoord ondernemen of gemeenschappen die zelf in hun energie voorzien.”

Om uit de industriële maatschappij te stappen, moeten we onszelf herdefiniëren en begrijpen dat we deel zijn van de natuur. Dit betekent niet dat we geen industriële productie meer hebben, maar dat deze gebaseerd moet zijn op andere principes. Wat betekent dit concreet voor energie, voeding en financiën?

Zonder energieproducenten

“Extractie moeten we vervangen door lokaal en individueel energie oogsten”, legt Wijffels uit. “We hebben technieken zoals zonnepanelen, windmolens en warmtepompen om zonder gefossiliseerde energie te kunnen. We moeten afscheid nemen van centrale winning en distributie. Een toekomst zonder grote energieproducenten is mogelijk als we burgers mobiliseren. De ontwerpprincipes voor de energietransitie zijn nu nog te veel gericht op handhaving van de bestaande centrale systemen.”

Wijffels stelt voor om overal in het land oogstsystemen op te zetten en wat we zelf niet nodig hebben beschikbaar te stellen op het net. “Energie wordt dan niet alleen een technisch collectief, maar echt een faciliteit om te delen. Een energiesysteem dat een ‘common’ is.”

Rijk voedsel

Gezondheid moet weer centraal staan in de voedselproductie, stelt Wijffels. Het huidige systeem, gebaseerd op kunstmest en bestrijdingsmiddelen, is ongezond voor bodem en biodiversiteit. “Het landbouwsysteem produceert geen rijk voedsel meer. Kwantiteit vanuit een zeer nauw efficiëntiebegrip heeft de gezondheid van de aarde, de mensen en de sociaal-economische verhoudingen aangetast. Het floreren van het leven moet het hoogste doel worden, in plaats van geld of efficiëntie.”

Collectief financieel systeem

Onze huidige geldstromen bevorderen maximale economische groei, vaak ten koste van de commons. Kunnen we naar een systeem dat we als gemeenschap in de hand hebben? Wijffels ziet heil in ‘central bank digital currency’ (CBDC), een systeem dat in sommige landen al vorm krijgt. Dit is een digitale munt, waarbij geld uitgifte via de centrale banken gaat lopen. Uitgifte van geld kan dan plaatsvinden zonder dat dit overwegend in de vorm van schulden aangaan moet, maar kan bijvoorbeeld via de overheid als investeerder in maatschappelijke doelen.

Ook pleit Wijffels voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en bedrijven te verplichten te rapporteren over hun effecten op de commons. Daarnaast is het belangrijk om andere bedrijfsstructuren dan beursgenoteerde ondernemingen te stimuleren. Zoals de coöperatie, of aandelen in een stichting, die voor de inzet van het kapitaal zorgt. “De kern is dat we financieel kapitaal, dat nu overvloedig is, moeten laten werken vóór de mens, het leven en de aarde.”

Rechten voor de natuur

Dorine van Norren is strategisch adviseur Noord- en Zuid-Amerika bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Associate Researcher bij het Van Vollenhoven Instituut Leiden. Ze is ook kunstenaar en diplomaat.

Rechten voor de natuur komen in vele vormen, dus begint Van Norren met een reeks voorbeelden. Ecuador heeft als enige land ter wereld natuurrechten verankerd in de grondwet. Ook in Bolivia en Spanje zijn uiteenlopende vormen van rechten voor de natuur te vinden. In Nederland is er veel aandacht voor de rechten van de Waddenzee. En de gemeente Margraten Eijsden erkent als eerste gemeente de natuur als rechtspersoon. En in Rotterdam neemt Het Nieuwe Instituut als zoöperatie ook niet-menselijke stemmen mee in besluitvorming.

Van Norren gebruikt in haar onderzoek het inheemse begrip van buen vivir, wat ‘goed leven’ betekent. Leven is voor inheemse volken een werkwoord, en de beste manier is in harmonie met de natuur. “De natuur is voor hen gelijkwaardig aan de mens. We moeten niet de natuur rechten geven, maar er respect en dankbaarheid voor hebben. Leven begrijpen als geven en nemen met de natuur.”

Iedereen kan verdedigen

In Ecuador kan iedereen zich beroepen op de rechten van de natuur, wat moreel belangrijk is en de waarde van de natuur erkent. Drie artikelen in de grondwet gaan over respect voor natuurlijke cycli, herstel van schade en het voorkomen van het uitsterven van soorten. Dit geeft elke persoon het recht om de natuur te verdedigen. Daarnaast is het moreel belangrijk om te erkennen dat de natuur waarde heeft en niet onze slaaf is, stelt ze.

Afwegingen maken

Het hooggerechtshof in Ecuador helpt de regering om de afweging tussen conflicterende belangen zoals mijnbouwvergunningen en rechten van de natuur te maken. “Interessant, want het is eigenlijk een heel nieuw rechtsgebied”, zegt Van Norren. “Rechten voor natuur is geen oplossing, maar iets dat je inzet als het fout gaat”, besluit ze. Veelzeggend vindt ze de reactie van inheemse volken op de rechtsbepalingen. “Dat is alleen relevant in het koloniale rechtssysteem, zeggen zij. In de inheemse leefwereld heb je dat recht niet nodig.”

Om de ideeën van Wijffels en Van Norren in de praktijk te brengen, volgen drie werksessies met casussen van de gemeente Arnhem, Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf.

Bestuurlijke spaghetti