Wondermash - Future Ecologies
Toekomstecoloog Marjolein Pijnappels van ‘Wondermash’ ontwikkelt ‘Futures Ecologies’. Ze gebruikt methodes uit de ecologie, speculatief ontwerp en storytelling om zo concreet mogelijke beelden van de toekomst te maken. In de zevende editie van de Toekomstacademie van het College van Rijksadviseurs (CRa) lichtte ze de vijf stappen van haar methode toe. Deelnemers gingen aan de slag met drie speculatieve toekomstrichtingen voor Den Haag.
Naar een relationeel wereldbeeld
Het college start met een verwijzing naar een eerdere Toekomstacademie, waarin Peter Pelzer (Universiteit Utrecht) benadrukt dat we bij het toekomstdenken de vraag moeten stellen welke wenselijke toekomst we eigenlijk nastreven: ‘Wat vinden we bijvoorbeeld het goede leven?’
Marjolein Pijnappels haakt hierop aan met de vraag wie we eigenlijk bedoelen met ‘we’? Redeneren we vanuit de mens en toekomstige generaties, of houden we ook rekening met niet-mensen? “Voor een duurzame toekomst moeten we ons bewust zijn van de diepe verwevenheid tussen mens en natuur”, benadrukt Pijnappels. Nu plaatsen we onszelf als mensen buiten de natuur. We leven in een individualistische samenleving en bewegen ons in gescheiden, botsende bubbels. De tijd zien we als rechtlijnig: we bewegen allemaal in dezelfde richting.
Pijnappels stelt daar een relationeel wereldbeeld tegenover, “waarin we er ons van bewust zijn dat iedereen de ander beïnvloedt en waarbij tijd plaatsgebonden, relationeel en cyclisch is.”
‘De diepere bewustwording dat de mens zelf natuur is, kan leiden tot benodigde systeemveranderingen die we niet enkel met technologische innovaties bereiken.’ Marjolein Pijnappels
Symbiose
“De verbondenheid tussen individuen begint al bij uitwisseling van cellen en DNA tussen moeder en kind, we zijn genetisch hybride”, vervolgt Pijnappels. In de natuur zijn veel voorbeelden van symbiotische uitwisseling, zo zijn er ook in het menselijk lichaam tal van uitwisselingen. De microbiota in onze darmen bijvoorbeeld, zijn uniek, ze bepalen je persoonlijkheid en zijn van belang voor je immuunsysteem. “Deze bacteriën leven niet op je, maar zijn onderdeel van jezelf. In dit college maken we de denkstap dat organismen elkaar nodig hebben om goed samen te leven”.
Zo is een onderzoek gedaan in Frankrijk naar de waarde van bestuivende insecten voor ons voedselsysteem. Als we dit in financiële waarden uitdrukken zijn de bestuivingsdiensten 153 miljard euro waard. “We kunnend deze bijen simpelweg ‘terugbetalen’ voor hun diensten door ervoor te zorgen dat er voldoende wilde bloemen zijn”. Zo zijn er andere voorbeelden waarbij rivieren of bergen een stem krijgen en in onderhandelingen ‘aan tafel zitten’. “In Nieuw-Zeeland heeft een berg persoonsrecht gekregen waardoor het als rechtspersoon behandeld wordt: het volk de iwi ziet de berg als een van hun voorouders”, vertelt Pijnappels.
Aan de slag met 'Futures Ecologies'
De methode bestaat uit vijf stappen, waarbij we omwille van de tijd voor deze werksessie de eerste en laatste stap overslaan:
1.Toekomstmeditatie
2.Toekomstwebben maken
3.Verstrengelingen identificeren
4.Toekomstverhalen maken
5.Backcasting naar het heden
De specifieke verhaalmethode komt van ‘science fiction storytelling’. “Dit is een methode ontwikkeld door Brian David Johnson om een science fiction verhaal te maken waarbij je een toekomst creëert en daar een hoofdpersoon in plaatst. Je bedenkt een scenario waarbij je vertelt hoe het leven eruitziet in 2100 wanneer een bepaalde ontwikkeling zich extreem doorzet. Dat doe je om de impact van ontwikkelingen voor te zijn. Het kunnen hele feitelijke dingen, waarbij het erom gaat dat je er een verhaal van maakt”, licht Pijnappels toe. De deelnemers gaan in drie groepen uiteen en beginnen met het maken van ‘toekomstwebben’ aan de hand van een van de drie voorgestelde ontwikkelingen gericht op toekomst van Den Haag: klimaat(on)rechtvaardigheid, emancipatie van de natuur en demografische ontwikkeling en migratie.
Bij het maken van het toekomstweb rond de gekozen ontwikkeling start je met het formuleren van een bepaalde status quo voor het jaar 2100. Deze methode is doorontwikkeld door Dr. Wendy Schultz voor het Hawai‘i Research Center for Futures Studies. De toekomstige ‘status quo’ schrijf je op in het midden van een groot vel papier en vormt het toekomstbeeld van die ontwikkeling. Zo noteert een van de groepen als toekomstbeeld: ‘In 2100 is Den Haag in oppervlakte gehalveerd vanwege de zeespiegelstijging en is het inwoneraantal verdubbeld vanwege klimaatvluchtelingen’. Rond deze status quo worden de gevolgen van die ontwikkeling genoteerd: zoals ‘de verdichting van mensen’ en ‘een super diverse bevolkingssamenstelling’.
Alle zintuigen gebruiken
Met de drie verschillende toekomstwebben op tafel stelt Pijnappels een cross-impact matrix op waarin ze de belangrijkste gevolgen van de verschillende ontwikkelingen noteert en identificeert waar deze toekomstwebben met elkaar verstrengeld raken. Zo komen bijvoorbeeld de rol van tijdelijke bebouwing en de dualiteit tussen solidariteit en conflict naar voren als botsende impacts. De deelnemers krijgen de opdracht om in drie of vier groepen uiteen te gaan en met deze botsende impacts als ingrediënten een toekomstverhaal te maken. Hierbij gebruiken ze het format van ‘A Day In The Life…’-verhaal, met zes vragen: (1) Introduceer hoofdpersoon+ wereld, (2) Formuleer een problematische gebeurtenis, (3) Reactie hoofdpersonage, (4) Alles gaat naar de getver, (5) De briljante oplossing, (6) De uitkomst. Pijnappels moedigt aan om alle zintuigen te gebruiken: hoe ziet het hoofdpersonage eruit, hoe ziet de omgeving eruit, etc.
‘Om te voorkomen dat je een toekomstverhaal vanuit jezelf maakt kun je een ander organisme – zoals een dier, een plant of de bodem – de hoofdpersoon van je verhaal maken’. Marjolein Pijnappels
Als laatste stap voeren de deelnemers een aantal kernwoorden uit hun verhaal in bij een Artifical Intelligence programma, dat het verhaal uitwerkt tot ongeveer 500 woorden en een beeld genereert bij hun verhaal om de verbeelding verder aan te wakkeren.
De methode Futures Ecologies helpt zo om relationeel te denken, in termen van verwevenheid. En om de creativiteit aan te wakkeren. Het maakt alternatieve toekomsten voorstelbaar en bespreekbaar.