Drift - transitiedenken vanuit de X-curve

Op donderdag 11 mei vond de zesde editie van de Toekomstacademie van het College van Rijksadviseurs (CRa) plaats. Hoogleraar Derk Loorbach van het Dutch Research Institute for Transitions (Drift), verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, nam de deelnemers mee in ‘transitiedenken’. Het verloop van transities wordt weergegeven in de X-curve. Die paste het CRa toe op het voedselsysteem, onder leiding van Rijksadviseur Jannemarie de Jonge.

Wat is transitie?

‘Transitie is een fundamentele verandering op het niveau van een collectief regime’, aldus Derk Loorbach. Een ‘regime’ is een set regels die we als samenleving geïnternaliseerd hebben. Regimes zijn een antwoord op een historisch probleem. Ons landbouwregime is bijvoorbeeld na de Tweede Wereldoorlog opgetuigd om nooit meer honger te hoeven lijden. ‘Wat we vaak doen is binnen die context van een regime is deelproblemen oplossen, door bijvoorbeeld dingen efficiënter te maken.’ Maar een transitie vraagt om verandering van het systeem en hierbij lijkt het iteratieve en verbeeldende karakter van ontwerpen van pas te komen.

‘Transitie is een fundamentele verandering op het niveau van een collectief regime.’ Derk Loorbach

Beeld: Monadnock. © IABR 2022
The Running Rubble

Onderliggend patroon van transitie

De thematiek van transitie stond vorig jaar centraal tijdens de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR), meer specifiek het gat tussen kennis over de transitieopgaven en het hiernaar handelen. Om het ingewikkelde systeem samen te vatten en om gestructureerd het gesprek te voeren over de onderliggende bewegingen, gebruiken we de zogenoemde X-curve’, vertelt Loorbach, die een van de IABR-curatoren was. ‘We zijn gewend om te investeren in het bestaande. Dat noemen economen vanuit padafhankelijkheid ‘optimalisatie’: one more lane will fix it, als oplossing voor het fileprobleem.’ Na deze fase van optimaliseren ontstaat er ‘destabilisatie’ doordat de mensen die het anders doen meer bijval krijgen. Bij een transitie worden nieuwe dingen ontwikkeld (opbouwen en voortbouwen) en moeten er tegelijk dingen verdwijnen (ombouwen en afbouwen).

Beeld: © IABR 2022
X-curve als onderliggend patroon van transitie.

‘We moeten niet te veel praten over krimpen, want we gaan ook veel winnen.’ Rienke Groot

Lage tolerantie voor verandering

Transitiedynamieken: ombouwen en afbouwen, opbouwen en voortbouwen

Op donderdag 11 mei vond de zesde editie van de Toekomstacademie van het College van Rijksadviseurs (CRa) plaats. Hoogleraar Derk Loorbach van het Dutch Research Institute for Transitions (Drift), verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, nam de deelnemers mee in ‘transitiedenken’. Het verloop van transities wordt weergegeven in de X-curve. Die paste het CRa toe op het voedselsysteem, onder leiding van Rijksadviseur Jannemarie de Jonge.

Wat is transitie?

‘Transitie is een fundamentele verandering op het niveau van een collectief regime’, aldus Derk Loorbach. Een ‘regime’ is een set regels die we als samenleving geïnternaliseerd hebben. Regimes zijn een antwoord op een historisch probleem. Ons landbouwregime is bijvoorbeeld na de Tweede Wereldoorlog opgetuigd om nooit meer honger te hoeven lijden. ‘Wat we vaak doen is binnen die context van een regime is deelproblemen oplossen, door bijvoorbeeld dingen efficiënter te maken.’ Maar een transitie vraagt om verandering van het systeem en hierbij lijkt het iteratieve en verbeeldende karakter van ontwerpen van pas te komen.

‘Transitie is een fundamentele verandering
op het niveau van een collectief regime.’

Derk Loorbach

The Running Rubble
Monadnock.
© IABR 2022.

Onderliggend patroon van transitie

De thematiek van transitie stond vorig jaar centraal tijdens de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR), meer specifiek het gat tussen kennis over de transitieopgaven en het hiernaar handelen. Om het ingewikkelde systeem samen te vatten en om gestructureerd het gesprek te voeren over de onderliggende bewegingen, gebruiken we de zogenoemde X-curve’, vertelt Loorbach, die een van de IABR-curatoren was. ‘We zijn gewend om te investeren in het bestaande. Dat noemen economen vanuit padafhankelijkheid ‘optimalisatie’: one more lane will fix it, als oplossing voor het fileprobleem.’ Na deze fase van optimaliseren ontstaat er ‘destabilisatie’ doordat de mensen die het anders doen meer bijval krijgen. Bij een transitie worden nieuwe dingen ontwikkeld (opbouwen en voortbouwen) en moeten er tegelijk dingen verdwijnen (ombouwen en afbouwen).


X-curve als onderliggend patroon van transitie.
© IABR 2022.

‘We moeten niet te veel praten over krimpen,
want we gaan ook veel winnen.’

Rienke Groot

Lage tolerantie voor verandering

‘We zoeken vooral de oplossing in iets nieuws, en minder in iets stoppen. Voor veel mensen is er potentieel veel te verliezen in transities. Niet alleen geld en macht, maar ook wat betreft gewoontes en gedrag: zoals de gehaktbal of vliegen voor een stedentripje’, illustreert Loorbach. ‘De weerstand tegen transitie is groot en geïnstitutionaliseerder dan ooit. We voelen wel de noodzaak, maar de potentie van verandering is ongrijpbaar; daar komt ontwerpkracht om de hoek kijken. We hebben een verbeeldingstekort door hoe het brein werkt: moeilijk voorstelbaar dat hoe het nu is een toevallige samenloop van omstandigheden is en dat het ook heel anders kan’. De uitdaging is om de toekomst aantrekkelijk te maken zodat we ernaar verlangen. ‘We moeten niet te veel praten over krimpen, want we gaan ook veel winnen’, bepleit Rienke Groot (secretaris van het CRa).

Rol ontwerp bij transitiedenken

Termen uit de transitie governance zijn ‘systemisch, back-casting, selectief, adaptief, al-doende-leren’, en deze zijn ook toepasbaar op ontwerpen. Als ontwerper denk je na over de samenhang der dingen en zoom je in en uit op verschillende schaalniveaus (systemisch), vertrek je vanuit mogelijke toekomstbeelden bijvoorbeeld met scenario-methodes (back-casting), bouw je een concept op door telkens te divergeren en convergeren (selectief), ben je per definitie bezig met de toekomst – met wat er nog niet is – en de onzekerheden die dit met zich meebrengt (adaptief) en werk je al testend op iteratieve wijze (al-doende-leren). ‘Bovendien werken niet enkel ontwerpers op deze manier. Om beter te worden in transitiedenken moeten we contexten creëren om met elkaar ontwerpend te leren denken’, stelt Loorbach.

Transitielogica, wereldbeeld en waarden

‘Veel beleidsprocessen zijn zo opgezet dat we bedenken welke veranderingen er moeten gebeuren, vanuit de illusie dat iemand deze gaat uitvoeren. Maar we moeten vanuit een transitielogica werken, dit houdt in direct dingen anders doen en daar condities voor maken. Het gaat over het wereldbeeld dat we met elkaar nastreven en de achterliggende waarden. Marktdenken is maatschappelijk dominant, evenals het idee van individuele vrijheid. Beleid zit in eenzelfde soort regime, we worden getraind om vanuit voorspelbaarheid doelen te stellen.’ Loorbach stelt dat we pas de gewenste transities bereiken als we de overheid kunnen modeleren volgens een commons-logica: gemeenschappelijk vertrouwen, co-creatie en netwerk-denken. Dit botst op de logica van het kapitalisme en het institutionalisme. ‘In Amsterdam zijn we vanuit Drift bezig met een stedelijke mobiliteits-coöperatie, waar de gemeente op basis van commons een systeem organiseert.’

Beeld: © Presentatie Derk Loorbach
Drie wereldbeelden met verschillende achterliggende waarden.

Het zien van verandering

Drift helpt om tijdelijk innovatienetwerken op te zetten waarin voor een bepaald systeem (zoals het zorgsysteem of het mobiliteitssysteem) een duurzamere en rechtvaardigere toekomst wordt ontworpen. ‘In deze arena’s blijft het zoeken’, vertelt Loorbach, ‘als je elkaar in de kern niet begrijpt omdat je vanuit andere waarden redeneert.’ Om systeemverandering te accelereren is het belangrijk om mensen die bovenaan op de juiste posities zitten in contact te brengen met initiatiefnemers van experimenten van onderop. ‘Er zijn al zoveel alternatieven zoals duizenden regeneratieve boeren voor duurzame landbouw en een mobiliteitssysteem zonder eigen auto’s. Het lijkt erop dat we de duurzame economie niet zien omdat het geen problemen veroorzaakt. Het is een ontwerpopgave: laat zien hoe het landschap eruitziet als landbouw en natuur hand in hand gaan, hoe de straten eruitzien als er meer ruimte is doordat er minder auto’s zijn.’

Anders rekenen

Om het regime onderuit te halen moeten we anders gaan waarderen. ‘Met ontwerpend denken kunnen we het waardensysteem veel zichtbaarder maken en daarnaast is een deel van de ontwerpvraag de economische’, stelt Loorbach. ‘Ik neem andere rekenaars mee naar de transitie-arena’s om bijvoorbeeld aan te tonen dat een duurzamer mobiliteitssysteem goedkoper wordt voor mensen. Maar je zal minder auto’s verkopen en de overheid zal minder belasting ophalen, dus een deel van de economische waarden zal verschuiven naar sociaal-maatschappelijke waarden’. Er zouden al hele andere toekomsten mogelijk zijn als het financiële systeem met een beetje percentage minder rendement genoegen neemt. ‘Dan haal je al enorm veel druk weg; er zijn hierrond ook experimenten gaande.’ Rijksadviseur Jannemarie de Jonge onderschrijft dit belang: ‘Ik kan tekenen wat ik wil, maar als we niet anders gaan rekenen komen we er nooit.’

‘Ik kan tekenen wat ik wil, maar als we niet anders gaan rekenen komen we er nooit.’ Jannemarie de Jonge

Beeld: © Loorbach, D., Frantzeskaki, N., & Avelino, F. (2017). Sustainability transitions research: transforming science and practice for societal change. Annual review of environment and resources, 42, 599-626.
Sturingsmix voor transities.

Sturingsmatrix voor transities

Om te oefenen met transitiedenken werken we met de X-curve. ‘Deze oefening passen we op verschillende systemen toe. Elke transitie kun je terugbrengen tot vier kernvragen, die we samenvatten in de sturingsmatrix voor transities.’ De deelnemers zoomen in op de duurzame toekomst van ons voedselsysteem en gaan met elkaar in gesprek op basis van de volgende vragen:

* Wat is het gewenste toekomstbeeld? Wat zijn de waarden, principes, structuren, culturen en praktijken van de toekomst? Teken/beschrijf deze rechtsboven in de X-curve
* Welke transitiedynamieken richting die toekomst zie je of zijn er nodig? Doorloop onderstaande vragen en plak post-its in de bijbehorende kwadranten

  • Voortbouw: wat zijn leidende principes, nieuwe waarden? Hoe kunnen we dit vastleggen in normen, wetten en regels?
  • Opbouw: wat verdient meer steun, schaal, podium, investering, professionalisering?
  • Ombouw: wat moet aangepast, veranderd, opnieuw ingericht of bijgestuurd?
  • Afbouw: wat willen we uitfaseren en afscheid van nemen? Hoe kunnen we dit faciliteren?

* Welke organisaties/groepen/netwerken kunnen deze dynamiek aanjagen? Wat is onze eigen rol? Koppel specifieke actoren aan specifieke acties binnen de dynamieken.

Beeld: Werksessie
Invulling van de X-curve-oefening rond het voedselsysteem.

Meer begrip organiseren

Jannemarie de Jonge vertelt over game changers in het voedselsysteem zoals klimaatadaptatie, grondstofschaarste, en de (bio)technologie. In combinatie met binnen 30 jaar tijd te behalen beleidsdoelen – als 100% energieneutraal, 100% circulair en 10% extra bos – is een transitie essentieel. ‘Een wenselijk leidend principe voor deze transitie is voedsel-geletterdheid en voedsel niet als commodity, verhandelbaar, maar als common, gemeenschapsgoed’, stelt Jannemarie de Jonge. ‘Ontwikkelingen als Herenboeren passen hierbij en moeten we helpen opbouwen.’ Een inclusief, gezond, solidair, regeneratief, betaalbaar en veilig voedselsysteem wordt benoemd als leidende principes binnen het gewenste toekomstbeeld.

‘Door de verbinding tussen deze systemen ruimtelijk te verbeelden, komt de kracht van het ontwerpend denken naar voren’ Jafeth Hagoort

De deelnemers concluderen dat de meerwaarde van het ontwerpen minder naar voren komt bij het inzoomen op één systeem, en vooral bij de verbinding van meerdere systemen. ‘Door de verbinding tussen deze systemen ruimtelijk te verbeelden, komt de kracht van het ontwerpend denken naar voren’, aldus Jafeth (architect en onderzoeker bij het CRa). Het oefenen met deze methode leert je om beter te worden in transitiedenken en meer begrip te krijgen voor verschillende waarden en perspectieven: wat voor de één opbouw betekent, betekent voor de ander afbouw. En het stimuleert de deelnemers om deze methode op andere systeemveranderingen toe te passen zoals de nieuwe bouwcultuur.