Deltares - De toekomst van de delta, adaptiepaden en knikpunten
Op 19 januari vond de derde bijeenkomst van de Toekomstacademie van het College van Rijksadviseurs (CRa) plaats. Marjolijn Haasnoot en Rutger van der Brugge van Deltares, een onafhankelijk kennisinstituut voor toegepast onderzoek op het gebied van water, voedden de werksessie met een college over drie door hen ontwikkelde methodieken: Deltascenario’s, knikpunten & adaptatiepaden, en transitiepaden.
Onzekerheden expliciet maken
‘Hoe lang zijn systemen houdbaar en wanneer moeten ze veranderen?’, dat is waar Deltares zich al een tijd mee bezighoudt vertelt Rutger van der Brugge (wetenschappelijk onderzoeker, Deltares) – gespecialiseerd in transitie- en watermanagement. We beginnen met een gedachtenexperiment. Stel dat je beheerder van een delta bent en je ziet de gevolgen van klimaatverandering op je afkomen. ‘Welke watermaatregelen ga je wanneer wel of niet nemen?’, vraagt Marjolijn Haasnoot (wetenschappelijk onderzoeker, Deltares) – werkzaam binnen watermanagement, klimaatadaptatie en een van de grondleggers van het denken in adaptatiepaden. ‘Om beleid te kunnen maken is onderbouwing nodig, deze kun je opbouwen door onzekerheden expliciet te maken en de bandbreedte aan toekomstscenario’s aan te geven’.
Verschillende systeemomgevingen
Bij het werken aan waterbeheer wordt onderscheid gemaakt tussen drie systeemomgevingen, licht Van der Brugge toe. Aan de autonome omgeving kun niet zoveel veranderen, daar kun je enkel op reageren. De eigen organisatie is een systeem waar je wel op kunt sturen, zoals in het geval van waterbeheer met watermaatregelen. Het grijze gebied hiertussen is de transactionele omgeving, daar kun je enkel ten dele op sturen; zoals ontwikkelingen binnen de landbouw of energiesector. Traditioneel gezien is water volgend op deze beleidsdomeinen. Maar, ‘met de kamerbrief “Water en bodem sturend” wordt waterbeheer juist leidend binnen de ruimtelijke ordening.’ De impact van deze kamerbrief vormt een onzekere factor en vormt een methodische uitdaging voor het werken met scenario’s: wat neem je wel en niet mee en welke tijdshorizon hanteer je?
‘Met de kamerbief “water en bodem sturend” wordt waterbeheer leidend binnen de ruimtelijke ordening’ Rutger van der Brugge
Oprekken scope Deltascenario’s
Op basis van gegevens over klimaatverandering en sociaaleconomische verandering stelt Deltares vier oplossingsrichtingen voor, elk met een verhaallijn over de manier waarop Nederland zich kan ontwikkelen. Van der Brugge: ‘Zo krijg je verschillende verhaallijnen waarbij je ziet waar groei of juist krimp zit. Bij het invoeren van deze informatie in een model worden de knelpunten binnen de wateropgaves zichtbaar en kun je de maatregelen bepalen.’ Het doel van deze oplossingsrichtingen is het aangeven van de bandbreedte: van de kleinste tot de grootste wateropgave. ‘We moeten de scope oprekken, want de veranderingen gaan sneller dan gedacht. Binnenkort volgt nieuwe data rond klimaat- en sociaaleconomische verandering’.
Adaptief plannen met knikpunten en paden
De tweede methode gaat in op de adaptatiepaden: ‘Om je watersysteem op peil te houden kun je kijken naar knikpunten: de mogelijke grenzen van je genomen maatregelen’, licht Marjolijn Haasnoot toe. ‘Die kunnen in de praktijk tot zowel incrementele verandering (stapsgewijze aanpassingen binnen huidige systemen) als tot transformatieve verandering leiden. In dit laatste geval voldoet het systeem niet meer voor de verwachte opgave. Een transitiepad leidt dan tot een systeemwijziging van het water- en bodemsysteem, de gebruiksfuncties en de ruimtelijke inrichting in het gebied. Haasnoot: ‘Bij een transitiepad kijk je hoe de toekomst van zo’n gebied eruit kan zien. Dit type toekomstverkenning hangt tegen het ontwerpend onderzoek aan’. Via backcastingtechnieken (terugredeneren vanuit de toekomst) kan het transitiepad vervolgens verder verkend en geanalyseerd worden.
‘Adaptatiepaden zijn een soort routekaarten. Ze brengen de oplossingsruimte in beeld, de routes ernaartoe en de verbindingen met andere ontwikkelingen.’ Marjolijn Haasnoot
Routekaarten naar de toekomst
‘De adaptatiepaden zijn een soort routekaarten’, vertelt Haasnoot. ‘Ze brengen de oplossingsruimte in beeld, de routes ernaartoe en de verbindingen met andere ontwikkelingen.’ Adaptatiepaden worden in het deltaprogramma gebruikt om enerzijds te weten wat je op de korte termijn kunt doen en anderzijds welke mogelijkheden je hebt voor de lange termijn.
Transitie vraagt om gelijktijdige op- en afbouw
Middels ontwerpend onderzoek heeft Deltares onderzocht welke bouwstenen – bijvoorbeeld ‘Drijvend bouwen en ‘Gebieden vernatten’ – je nodig hebt om een bepaald gebied te transformeren. Vervolgens wordt gekeken welke maatschappelijke veranderprocessen en condities hiervoor nodig zijn. ‘Er zijn allerlei type veranderprocessen in de transitietheorie, zoals ‘versnellen’ of ‘uitfaseren’. De X-curve toont met de opgaande lijn de opbouw van het nieuwe systeem en met de andere lijn de afbouw van het bestaande systeem.’
‘Het grote adaptatiepadenspel is een methode die je helpt om in het hier en nu beslissingen te nemen ook al is de toekomst onzeker’ Saskia Naafs
Het grote adaptatiepadenspel
Om te oefenen met de adaptatiepadenmethode gaan deelnemers van het CRa-team uiteen aan werktafels, samen met deelnemers van onder meer het Rijksvastgoedbedrijf, de Ministerie van BZK en LNV, de provincie Flevoland en het Waterschap Drents-Overijsselse Delta. ‘Het grote adaptatiepadenspel is een methode die je helpt om in het hier en nu beslissingen te nemen ook al is de toekomst onzeker’, vertelt Saskia Naafs (adviseur NL2100 bij CRa en co-initiator van de Toekomstacademie).
De groepjes bepalen eerst een lange termijndoelstelling rond wonen in Nederland, waarbij rekening gehouden wordt met drie meter zeespiegelstijging in 2100. Op een groot vel worden op de y-as strategieën getekend om deze doelstelling te behalen. Vervolgens tekenen de deelnemers routes van de strategie naar het lange termijn doel (de adaptatiepaden). Op spelkaartjes staan gebeurtenissen en trends die invloed hebben op de gekozen adaptatiepaden, zoals een dijkdoorbraak in 2067, droogte in het oosten van het land, bevolkingskrimp of een juist groei door migratie.
‘Het zijn scenario’s omdat het allemaal kán, het is een kwestie van de risico’s wel of niet nemen’ Rosa Stapel
Omgaan met risico's
Reflecterend op het college en het adaptatiepadenspel benoemt Guido van Eijck (beleidsmedewerker Woningbouwbeleid, BZK) dat hij zich nu meer bewust is van de drie verschillende systeem-omgevingen. ‘Er zijn gradaties van zaken waar je meer of minder invloed op hebt. Wat je daar vervolgens mee doet als je vooruit gaat denken komt in het spel duidelijk naar voren.’ Ook wordt opgemerkt dat de beleidsreflex sterk is om effecten van klimaatverandering te willen voorkomen, in plaats van bijvoorbeeld te accepteren dat we in bepaalde gebieden vaker natte voeten zullen krijgen en hierop kunnen meebewegen. Tot slot staat ter discussie of kennisinstellingen sommige scenario’s op een gegeven moment niet meer naar voren moeten schuiven richting politiek om bepaalde maatregelen te forceren. Rosa Stapel (adviseur Duurzame Verstedelijking & Circulaire Economie, CRa) stelt hiertoe echter: ‘Het zijn scenario’s omdat het allemaal kán, het is een kwestie van de risico’s wel of niet willen nemen’.