Essay Het landschap, dat zijn wij
Op 20 maart 2024 publiceerde Trouw een opiniestuk van Rijksadviseur Jannemarie de Jonge onder de titel Techniek tegen het water? Geef juist de natuur de ruimte. Hieronder leest u het volledige essay.
De dijken, dammen en droogmakerijen hebben Nederland bescherming en welvaart gebracht. Maar deze technische ingrepen zitten ons steeds meer in de weg om de klappen van het klimaat op te vangen, constateert Jannemarie de Jonge, Rijksadviseur fysieke leefomgeving. In dit essay verkent zij hoe de balans tussen techniek en natuur hersteld kan worden, zodat we veilig, gezond en prettig in ons land kunnen blijven leven. ‘Laten we meer vertrouwen op de kracht en inventiviteit van de natuur. Want de natuur heeft in 3,8 miljard jaar evolutie een intelligentie opgebouwd waar de mens niet aan kan tippen.’
Amsterdam, begin november 2023. Door een storing bij de zeesluizen klopte het Noordzeewater aan de deur. Het dichtgooien van veertien sluizen en waterkeringen voorkwam op het nippertje dat het water in de straten van de stad stond. Bron: AT5
Wat was hier aan de hand? De geoliede watermachine haperde. En deze hapering staat niet op zichzelf, het water- en bodemsysteem loopt tegen grenzen aan en begint steeds vaker ‘terug te praten’. Met gevolgen die door de toenemende weersextremen, voor steeds meer mensen in hun directe omgeving voelbaar zijn.
De Valkenburgers bijvoorbeeld, die in 2021 het rivierwater in hun huizen en tuinen hadden staan. Gouwenaren en Zaankanters die kampen met scheuren in de gevels door bodemdaling. Onze ouderen die in de versteende steden zuchten onder de hitte. Akkerbouwers in het noordelijk kleigebied en in Zeeland, die steeds moeilijker kunnen boeren, door bodemdaling en verzilting.
‘We hebben het altijd met technische maatregelen kunnen opvangen, maar dat houdt een keer op,’ zei de toenmalige heemraad Ton Leijten van Waterschap Zuiderzeeland al in 2017 tegen Omroep Flevoland.
Het houdt inderdaad een keer op. De technische hulpmiddelen zoals dijken, dammen, rivierverleggingen en droogmakerijen brachten ons bescherming en welvaart, maar hebben ons ook kwetsbaar gemaakt.
Dirk Sijmons, de eerste Rijksadviseur voor het landschap, omschreef het begin deze eeuw treffend:
‘Nederland is een reusachtige prothese om gebruik en bewoning onder de zeespiegel mogelijk te maken.’
Protheses dus, zoals een kunstbeen of gehoorapparaat. Heel zinvol. Maar een prothese functioneert alleen als zij onderdeel is van een gezond lichaam, zo luidt mijn toevoeging. En daar wringt het.
Het lichaam heeft kwalen en een beroerde natuurlijke weerstand. En de protheses zijn het lichaam in de weg gaan zitten om de klappen van het klimaat op te vangen.
Bovendien kunnen protheses falen, zo laat ook het voorbeeld van Amsterdam zien. Door menselijke fouten, technische haperingen of terroristische activiteiten. Of door onvoorspelbare klimaatverandering: extremen die groter zijn, veranderingen die sneller gaan.
We lijken blind te zijn voor dit soort onzekerheden. Of durven er gewoonweg niet aan te denken. Dat heeft ook te maken met onze cultuur; een cultuur van maakbaarheid en rotsvast vertrouwen in techniek. De Veiligheidsparadox wordt dit ook wel genoemd.
Deze maakbaarheidscultuur werkt ook door in rekenmodellen waarin we kosten van veiligheidsmaatregelen afzetten tegen maatschappelijke baten. Technische ingrepen komen doorgaans voordeliger uit de berekeningen dan investeren in de natuurlijke veerkracht. Maar zo’n rekenmodel is ook maar ‘een mening in wiskundige vorm’, aldus Ronald Meester, hoogleraar waarschijnlijkheidsrekening. Keuzes voor een veilige en aantrekkelijke toekomst vragen om een bredere blik dan modellen ons kunnen bieden.
Die bredere blik betekent slim samenspel tussen de prothese en het lichaam. Eeuwenlang investeerden we in de technische protheses voor die veilige en aantrekkelijke toekomst. Maar wanneer komt het besef dat een gezond lichaam het fundament vormt? Dat we ons water- en bodemsysteem weer veerkrachtig moeten maken. Natuurlijke principes doorgronden en er verstandig gebruik van maken. Naast bescherming met dijken en dammen ook ruimte geven aan water. Want we hebben sinds de bedijkingen in ons land ongeveer twee derde van het overstroombare gebied afgesloten.
Met Ruimte voor de Rivier is het tij al voorzichtig gekeerd. Werken met de natuur aan waterveiligheid, tegelijkertijd ook de ruimtelijke kwaliteit verbeteren, het landschap als basis nemen. En omdat ruimte in ons land schaars is, altijd kijken of je ook andere functies een plek kan bieden: recreatie, wonen, economie.
De voorbeelden zijn beproefd, we kúnnen ervoor kiezen. Daarvoor zullen we anders moeten gaan tekenen, rekenen en vooral: anders denken. Wat als we op een andere manier gaan kijken naar ons landschap en ruimtegebruik? Van menselijke beheersing naar slim samenwerken met natuurlijke processen. Van superioriteit naar verbondenheid met al wat leeft. Van een mechanistische naar een organische benadering.
Levend systeem
Als je je leefomgeving ziet als een levend systeem, dan gaat er een wereld open. Je ontdekt ondergrondse netwerken van schimmels die bomen voeden. Verwondert je over vogels die energiezuinig en emissievrij duizenden kilometers afleggen. Over het ingenieuze systeem van fotosynthese: een blad aan de boom dat CO2 omzet in zuurstof en suikers. Je maakt kennis met de natuurlijke principes zoals adaptatie, veerkracht en symbiose waar wij zoveel van kunnen leren.
Als dit besef van verbondenheid indaalt, dan ontstaan er ook nieuwe perspectieven. De kunstmatige scheiding tussen natuur en stad, landbouw en natuur, droog en nat verdwijnt. In de natuur zijn juist geleidelijke overgangen het meest interessant, met grote diversiteit. Het geeft ook andere mogelijkheden om te wonen, om voedsel en andere materialen te produceren. Dan ga je rivieren en bossen zien als natuurlijke airconditioning en waterbron, en het landschap als rijke voorraad om zuinig op te zijn.
We kunnen vandaag beginnen
Zo’n omslag vergt een lange adem, maar we kunnen vandaag beginnen. Het water- en bodemsysteem als uitgangspunt nemen. De natuurlijke processen en principes beter doorgronden, zodat we technische ingrepen doen die het levende landschap versterken. En vertrouwen op de kracht en inventiviteit van de natuur, die in 3,8 miljard jaar evolutie een intelligentie heeft opgebouwd waar de mens niet aan kan tippen.
Het is het waard. Ik zie een leefomgeving voor me die veiliger, gezonder, fijner én interessanter wordt. Een technisch systeem versterkt alleen wat er al is, terwijl een natuurlijk systeem altijd toewerkt naar nieuwe evenwichten. Waar meer te kiezen is. Meer te beleven. Meer te delen met al wat leeft. Want het landschap, dat zijn wij.
Jannemarie de Jonge: In een levend landschap is meer te kiezen. Meer te beleven. Meer te delen met al wat leeft. Want het landschap, dat zijn wij.