Zet ontwerp in voor omgevingskwaliteit en gebiedsinnovatie

Provincies staan aan de lat om gebiedsgericht, op regionaal niveau, uit te werken hoe het landelijk gebied zich duurzaam en met kwaliteit kan ontwikkelen. Dit vraagt om een zorgvuldig proces, waarbij verschillende ruimtelijke opgaven in samenhang worden bekeken en verbonden. Hoe kan ontwerpkracht hier een positieve bijdrage aan leveren? De Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied (RTLG) stelde twee adviesvragen aan het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa) die het college in het advies Ontwerp voor omgevingskwaliteit en gebiedsinnovatie beantwoordt.

Beeld: Ties Blaauw
Werkatelier

1. Hoe kan ontwerpkracht een positieve bijdrage leveren in een gebiedsproces?

Opgaven in samenhang bekijken, vanuit een open houding

Een gebiedsproces is een zorgvuldig proces, waarbij we de verschillende ruimtelijke opgaven voor onder meer natuur, water en klimaat verbinden en een goed toekomstperspectief voor de landbouw ontstaat. Het regeerakkoord zegt hierover: “Juist door landbouw en natuur te verbinden, ontstaat er meer ruimte voor beide. Boeren zijn onmisbaar als hoeders van ons Nederlandse cultuurlandschap.”

Gebiedsgericht werken is meer dan het projecteren van één opgave op een gebied of het erf. Het neemt het hele gebied als basis en bekijkt de opgaven die er spelen in samenhang.

Ontwerpkracht: integraliteit, innovatie, kwaliteit met draagvlak

De inzet van ontwerp bij gebiedsprocessen kent een lange en succesvolle geschiedenis. Het zou een gemiste kans zijn om die ervaring niet opnieuw in te zetten bij de forse uitdagingen in het landelijk gebied.

Bij Ruimte voor de Rivier ging het werken aan waterveiligheid samen met een kwaliteitsimpuls voor de dagelijkse leefomgeving. Bij dit soort grote transformaties opereren ontwerpers samen met de gemeenschap en tal van deskundigen. In een ‘veilige tussenruimte’ wordt verkend wat nodig en mogelijk is om het gebied toekomstgericht te ontwikkelen. Kennis en ervaring uit het gebied en wetenschappelijke inzichten zijn nodig om innovatieve ruimtelijke concepten te ontwikkelen en in de praktijk te testen.

Met verbeelding en een integrale benadering krijg je sneller grip op het gebied en ben je in staat concreter het gesprek te voeren over de opgaven en de toekomst.

Dialoog en kwaliteitsborging

Ontwerp is niet een eenmalige impuls, maar een manier van werken die in een gebiedsproces logisch wordt gekoppeld aan bestuurlijke processen van meningsvorming en besluitvorming. Continuïteit in de ontwerpaanpak is van groot belang. Waar bestuurders en betrokken partijen regelmatig wisselen, is het zaak dat visie en kwaliteitsdoelen consequent worden vastgehouden.

2. Op welke manier zou het Rijk het inzetten van ontwerpkracht in de gebiedsprocessen kunnen stimuleren of faciliteren?

Provincies staan aan de lat voor de gebiedsgerichte aanpak, het Rijk om dit goed te faciliteren en het lerend vermogen te stimuleren en vergroten. Het CRa maakt onderscheid tussen adviezen gericht aan:

  • Rijk en departementen

- Kwaliteitsborging en de ontwerpende aanpak moet structureel verweven zijn in de nationale ruimtelijke programma’s.

- Innovatie en uitvoeringskracht wordt gestimuleerd door thematisch ontwerpend onderzoek uit te zetten om beleidsdoelen met elkaar en met de uitvoering te verbinden.

  • Regieorganisatie Transitie Landelijk gebied, als samenwerking tussen Rijk, provincies (IPO), Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Unie van Waterschappen (UvW).

- In de gebiedsprocessen is behoefte aan ondersteuning in de vorm van capaciteit en kennis op het gebied van ontwerp en kwaliteitssturing. Het is van belang om hier een speciaal expertiseteam of faciliteit voor in te zetten.

  • Zowel RTLG als de departementen

- Kennisdelen, van erf tot rijk en vice versa.

We zouden effectiever kunnen zijn als de ontwerpende aanpak de default wordt in gebiedsprocessen.

Tot slot: Een lerende, ontwerpende aanpak als standaard in gebiedsprocessen

Om echt het verschil te kunnen maken in gebiedsprocessen is ruimte nodig om van elkaar te leren en ontwerpkracht goed te borgen. Een ontwerpende benadering vraagt de komende jaren dan ook blijvend aandacht, ook in evaluatie en monitoring van de ontwikkelingen in het landelijk gebied.

Voor wie?

Dit advies komt voort uit een vraag van de Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied (RTLG) en is daarmee medegericht aan de samenwerkende opdrachtgevers van het RTLG, de ministeries van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), provincies (IPO), Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Unie van Waterschappen (UvW). De aanbevelingen zijn daarnaast relevant voor andere (beleids)departementen en (uitvoerings)organisaties die werken aan opgaven in de fysieke leefomgeving.

De vragen zijn een vervolg op twee eerdere adviesrapporten, waarin de positieve impact van de inzet van ontwerp bij de gebiedsgerichte aanpak sterk naar voren kwam. Het rapport ‘Verkenning ontwerpkracht in het landelijk gebied’ (2024) geeft verdere verdieping op het advies.