Hoog tijd voor moedige én noodzakelijke ruimtelijke keuzes: reflectie op provinciale voorstellen NOVEX
Hoe kunnen we in de toekomst de zoetwatervraag faciliteren? En hoe voorkomen we dat energienetwerken worden aangelegd naar plekken en industrieën waarvan de levensduur beperkt is? Op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) identificeert het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa), in reflectie op de provinciale ruimtelijke voorstellen, zeven thema’s die vragen om een radicale koerswijziging.
Rijksadviseur Jannemarie de Jonge: “Voor het eerst sinds lange tijd worden weer vragen gesteld over de ruimtelijke inrichting van onze leefomgeving. Dit is moedig én noodzakelijk. De grote opgaven die op ons afkomen vragen om een nationale visie en scherpe, integrale, ruimtelijke keuzes. Provincies vragen hier ook nadrukkelijk om. Rijk, andere overheden en maatschappelijke partners moeten provincies hierin ondersteunen.”
Rijksadviseur Wouter Veldhuis: “De Nationale programma’s zijn bij aantreden van het demissionaire kabinet ingezet om uitvoeringskracht te organiseren. Dat heeft goed gewerkt om snelheid te maken, maar de sectorale insteek van de programma’s werkt belemmerend nu de provincies integrale toekomstbestendige voorstellen op tafel hebben gelegd. Programma’s die thematisch nauw verwant zijn, zowel in het stedelijk als landelijk gebied, worden niet met elkaar verbonden. Terwijl er juist nu wendbaarheid en samenhang nodig is.”
Zoetwaterbeschikbaarheid onder druk
Een belangrijk thema dat de gehele samenleving raakt, is de zoetwaterbeschikbaarheid. Het is duidelijk dat de beschikbaarheid niet voldoende is om aan de (verwachte) vraag te voldoen. Veel provincies zijn afhankelijk van het IJsselmeer als ‘nationale regenton’. Er dreigt een dringend verdeelvraagstuk tussen provincies te ontstaan wanneer de zoetwaterbeschikbaarheid niet structureel wordt vergroot. Ook de zoetwatertoevoer via de grote rivieren zal naar verwachting grilliger worden, met meer periodes van schaarste tot gevolg. Provincies kijken op dit thema vooral naar het Rijk en vragen om structurerende keuzes over de verdeling van zoet water in Nederland. Dat is een opgave voor de komende decennia, maar het Rijk kan nu al inzetten op waterbesparing en een afwegingskader ontwikkelen die helpt te bepalen welke watervraag in de toekomst wel en niet (meer) wordt gefaciliteerd.
Energie van de toekomst
Een ander belangrijk thema is energie. Op nationaal en internationaal niveau zijn de afgelopen jaren concrete afspraken gemaakt die stellen dat de economie van de toekomst klimaatneutraal is en circulair. Het CRa signaleert dat de provinciale voorstellen voornamelijk redeneren vanuit het faciliteren van het heden: het huidige economische systeem, de bestaande sectoren, de huidige locaties van industrieclusters en de daarmee samenhangende infrastructuur. De vraag hoe de economie zich tussen 2030 en 2050 ontwikkelt en waar verschuivingen verwacht kunnen worden, blijft onbeantwoord. Blijft alle energie-intensieve industrie in Nederland? En sluit de snelheid waarmee
deze bedrijven moeten verduurzamen eigenlijk wel aan op bijvoorbeeld de tijd die het duurt om een nationale waterstofbackbone te ontwikkelen? Dit vraagt om een visie van het Rijk op de economie van de toekomst: in wat voor een samenleving willen we leven?
Houd gezamenlijk leerproces vast
Het CRa ziet het als een grote winst dat er, in de aanloop naar de Nota Ruimte, tussen Rijk en regio’s een proces van gezamenlijk leren en verkennen op gang is gebracht. Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk zijn aan verschillende ontwerp- en vergadertafels met elkaar in gesprek geraakt over de ruimtelijke toekomst van Nederland. Het CRa moedigt alle betrokkenen en ook het nieuwe kabinet aan om het gesprek voort te zetten. Want alleen samen komen we verder.