Een grafelijk paleis op het Binnenhof: vergeten zaalbouw uit de 13e eeuw

De 13e-eeuwse Grote Zaal op het Binnenhof, bekend als de Ridderzaal, is een uitzonderlijk gebouw, te vergelijken met Westminster Hall in Londen. Samen met de eveneens middeleeuwse zalen in het Rolgebouw vormt ze het hart van onze democratie, maar echt gepassioneerd klopt het niet. Het complex wordt nu weinig gebruikt en neemt geen stevige plaats in in ons collectieve geheugen. Het gegeven dat dit complex bij zijn bouw een prestigieuze rol vervulde op het Europese toneel lijkt te zijn vergeten. Het College van Rijksadviseurs wil dit tij keren.

Met het symposium ‘Het Binnenhof: grafelijk machtscentrum in de 13e eeuw’ geeft het een nieuwe impuls aan het wetenschappelijk onderzoek naar het grafelijke paleis en haar vestigingsfactoren. ‘Dit verborgen paleis verdient onze herwaardering, academisch, bestuurlijk/politiek en publiek’, zegt rijksbouwmeester Francesco Veenstra. ‘De Zalen moeten veel meer onderdeel van onze samenleving zijn’.

Beeld: Rufus de Vries
Symposium in Gotische Zaal

Iedereen kent de façade van de Grote Zaal - de twee torentjes die telkens in beeld verschijnen als er nieuws uit politiek Den Haag is – en iedereen heeft de achtereenvolgende koning(inn)en op het netvlies die de troonrede voorlezen vanaf de troon midden in de zaal. Maar wat weten we verder?

Het College van Rijksadviseurs bracht op 11 mei in de Gotische Zaal tegenover Paleis Noordeinde – het Binnenhof wordt immers verbouwd – een keur aan wetenschappers uit binnen- en buitenland bijeen die zich in uiteenlopende aspecten op geopolitiek, landschappelijk, archeologisch, cultuur-, bouw- en architectuurhistorisch vlak hebben verdiept.

Uit de wetenschappelijke voordrachten blijkt de grote Europese impact van dit paleis, dat halverwege de dertiende eeuw als een fata morgana opdoemde in een wild en ledig duinlandschap net achter de kust. Een ‘show off’ noemt een van de sprekers het, of iets zakelijker geformuleerd: ‘de culminatie van macht- en aanziensstreven’.

Bruidsschat

Het stuk Europa waar Nederland nu ligt was in de 13e eeuw onderdeel van het Heilige Roomse Rijk, een imperium dat zich uitstrekte van Italië tot aan de Oostzee. Dit Rijk wachtte op de nieuwe keizer: de Hollandse graaf Willem II. Hij was al gekozen tot Rooms-Koning, maar voor hij gekroond kon worden tot keizer werd hij vermoord door de West-Friezen bij Opmeer in 1256. Wel had hij voor zijn ontijdig einde een paleis gebouwd in Die Haghe, het huidige Rolgebouw. Zijn zoon graaf Floris V zag zichzelf als ‘coninc Willems sone’, maar koning werd hij niet. Hij maakte vergeefs aanspraak op de Schotse troon. Mogelijk aanvaardde hij een afkoopsom, waarmee hij de bouw van de haast megalomane Grote Zaal financierde. Hoewel, volgens Merlijn Hurx wetenschapper uit Leuven, was de bruidsschat voor zijn dochter een belangrijker geldbron. De banden met het Engelse koningshuis waren intens: de zoon van Floris V groeide op aan het Engelse hof en zijn dochter huwde met een zoon van Edward I.

Deze dynastieke connecties kunnen ook de verwantschap tussen de Grote Zaal en Westminster Hall verklaren. Er zijn meer parallellen te trekken tussen de Hollandse grafelijke zalen en soortgelijke gebouwen elders in Europa. Onderzoek van Krista de Jonge (KU Leuven) wijst uit dat er in Vlaanderen en Noord-Frankrijk een reeks verwante gebouwen is te identificeren, waaronder residenties en hospitalen.

Beeld: Rufus de Vries
Rijksbouwmeester Francesco Veenstra

 ‘Dit verborgen paleis verdient onze herwaardering, academisch, bestuurlijk/politiek en publiek. De Zalen moeten veel meer onderdeel van onze samenleving zijn’. Rijksbouwmeester Francesco Veenstra

Dataset

Geschreven bronnen over de 13e eeuw in Holland zijn schaars. Een mogelijk belangrijke bron, de grafelijke registers, zijn nog lang niet volledig ontsloten. Transcriberen is monnikenwerk, maar broodnodig. De transcriptie kan dan immers ook vertaald worden en zo toegankelijk worden voor internationale onderzoekers.

Dendrochronologisch onderzoek, uitpluizen van dynastieke relaties, in kaart brengen van baksteenformaten - de onderzoekers naar de oorsprong en historie van het Binnenhof beperken zich niet tot registers en kronieken. Pluspunt is de multidisciplinariteit, lastig is wel de versnippering. Er is grote behoefte aan een ordening van alle data en dateringen, invalshoeken en interpretaties; een dataset.

Een eerste aanzet hiertoe is de publicatie ‘Het Binnenhof: grafelijk machtscentrum in de 13e eeuw’, die dit najaar verschijnt. Hierin zijn de voordrachten van de deelnemende onderzoekers aan dit symposium verzameld.

Toekomst

Blijft de vraag naar het Nachleben van het grafelijke paleis, zoals dagvoorzitter Hanneke Ronnes het noemt. Hoe zien we de toekomst? Na eeuwen van verval werd het rond 1900 grondig gerestaureerd. Maar de ingrepen van onder andere P.H. Cuypers vertroebelden het middeleeuws gebouw tot een negentiende-eeuwse visie op een middeleeuws kasteel.

Ronnes: ‘Nieuwe verhalen over het verleden kunnen de grafelijke zalen uit hun Doornroosjeslaap wekken en deze 13e-eeuwse parel weer tot een dynamisch centrum maken in het hart van het bestuur’.

‘Het symposium is een interessante zoektocht naar de oorsprong van de plek’, geeft Veenstra als voorzet. ‘Het is een begin om opnieuw, met frisse blik en vanuit een brede betekenis van het gebouwencomplex voor onze democratie en samenleving, te kijken en om het gesprek over het toekomstig gebruik te voeren’.

tekst: Marijke Bovens