Rijksbouwmeester publiceert handreiking auteursrecht voor opdrachtgevers
Gebouwen krijgen steeds vaker een tweede leven met nieuwe functies. Dat leidt in de praktijk regelmatig tot vragen over auteursrecht. Hoe houd je als goed (professioneel) opdrachtgever rekening met het auteursrecht van architecten? De Rijksbouwmeester publiceert een handreiking voor opdrachtgevers over de werking van het auteursrecht bij het aanpassen van gebouwen en gerealiseerde ruimtelijke ontwerpen. Ook geeft hij praktische aanbevelingen over hoe zorgvuldig om te gaan met de rechten en belangen van architecten.
Rijksbouwmeester Francesco Veenstra: “Uitgangspunt is dat de opdrachtgever een gebouw of gerealiseerd ruimtelijk ontwerp moet kunnen aanpassen, maar de opdrachtgever moet wel rekening houden met de belangen en de reputatie van de oorspronkelijke architect. Een open dialoog tussen opdrachtgever en architect is dan ook essentieel voor een zorgvuldig proces.”
Auteurswet
De Auteurswet geeft de maker van een ontwerp bescherming. Deze wet is van toepassing op literatuur, wetenschap en kunst; en geldt ook voor het werk van architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten. Uit de Auteurswet volgt dat de maker van een ontwerp onder omstandigheden het recht heeft zich te verzetten tegen een wijziging of een aantasting van het betreffende werk. Een gebouw of gerealiseerd ruimtelijk ontwerp mag worden aangepast, maar de opdrachtgever moet wel rekening houden met de belangen en de reputatie van de oorspronkelijke architect. De praktijk toont dat opdrachtgevers en architecten die goed overleg onderhouden en oog hebben voor elkaars belangen er meestal samen wel uit komen.
De Rijksbouwmeester hoopt dat deze handreiking bijdraagt aan de dialoog tussen opdrachtgever en architect.