Terugblik Werkconferentie Community of Practice Landschap als vestigingsvoorwaarde
In Landpark Assisië in Tilburg vond op 22 november de jaarlijkse werkconferentie plaats van een gezelschap van beleidsmakers, landschapsarchitecten, onderzoekers en stedenbouwkundigen. In de prettig ontregelende omgeving - het landpark Assisië biedt een thuis aan een zelfvoorzienende gemeenschap van 200 bewoners met een verstandelijke beperking – wisselden ontmoetingen, diepgravende gesprekken en ontwerppresentaties elkaar af. Onder het credo van de dynamische community of practice ‘Landschap als vestigingsvoorwaarde’ werd door de ca. 60 deelnemers gewerkt aan bewustwording bij overheden en bedrijven voor de waarde van landschap.
High Green
“Deze discussie over de waarde van het landschap is neergeslagen in de plannen voor de Landschapstriënnale High Tech High Green”, constateert Eric Luiten, voorzitter van het driejaarlijkse nationale evenement. Hoewel het Brabantse Groene Woud het toneel vormt voor de triënnale, spannen de steden Eindhoven en Tilburg zich vanuit hun stedelijke en economische ambities in om landschap als onderdeel van hun investeringsagenda mee te nemen. In september 2020 zal op de Triënnale behalve het netwerk van de vijf Brabantse steden ook in elk geval het Ringpark Utrecht, Landschapspark Zuid-Holland en de Metropoolregio Amsterdam resultaten van hun inspanningen tonen. In de community of practice staan de vier regio’s dan ook te boek als koploperregio, waarbij andere partijen kunnen aanhaken.
Dat steden hun landschap als onderdeel zien van hun aantrekkingskracht voor bewoners en bedrijven, is ook de rijksoverheid niet ontgaan. In een nog te verschijnen beleidsbrief landschap is het gedachtegoed van Landschap als vestigingsvoorwaarde opgenomen, vertelt David van Zelm van Eldik, van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZk). Het programmateam landschap is overigens interdepartementaal: ook het ministerie van LNV ondertekent de brief.
Visueel ongeletterd
“Helaas is er een kloof tussen wat experts allang weten en mensen die het landschap gebruiken, die vaak pas in actie komen als het al te laat is”, stelt fotograaf Theo Baart tegenover de goede intenties van de overheden. In zijn optiek zijn we “visueel ongeletterd, terwijl landschap begint bij het beeld. Beelden in beleidsnota’s zijn vaak alleen als omlijsting van de nota gekozen, niet als startpunt.” Aan de hand van een fotoserie over de metropoolregio Amsterdam toont Baart dat ontwikkeling toch vooral economisch gedreven is: “Waarom staat er bij Lelystad een groot distributiecentrum van modeketen Zara? Omdat de grond daar maar een derde kost van de grond nabij Schiphol.”
Het kan moeilijk ontkend worden dat het landschap lijdt onder de drang naar het vergroten van het verdienvermogen. Of het nu zonne-energiecentrales of XXL-distributiecentra zijn, het zet landschappelijke kwaliteiten sterk onder druk. In Brabant voeren de bestuurders van de vijf grote steden intensief overleg over de landschappen aan de stadsranden, met als doel die op peil te houden. Niet met het doel om veranderingen tegen te houden, maar om een gemeenschappelijk gesprek te kunnen voeren: “Dit overleg stelt wethouders van alle portefeuilles, ook economie of mobiliteit, in staat om mee te praten over hoe landschap bijdraagt aan ‘hun’ opgaven”, stelt Frank van Mil, van bestuurlijk netwerk Brabantstad.
Landschap van de hardwerkende mens
De waardering voor het landschap is uiteraard niet beperkt tot bestuurders. Brabant heeft met ‘Van Gogh Nationaal Park’ een vorm gevonden om aandacht voor het landschap breder te verkopen. “Het VGNP gaat over het gebied van de voorouders van de mensen die er nu nog wonen. Hoe zorg je ervoor dat er in het gebied volgens waarden (verbondenheid, inzet van vrijwilligers) geleefd wordt? VGNP helpt het gevoel dat mensen erbij willen horen, vooruit,” stelt Anne van Kuijk van de provincie Noord-Brabant.
“Waarom Van Gogh? Hij was een boerenschilder die hield van de natuur en liefde had voor de gewone, hardwerkende mens”, verklaart Frank van den Eijnden, directeur Van Gogh National Park. Van Gogh fungeert als aanjager van activiteiten en lokaal ondernemerschap en niet zozeer als uithangbord voor massatoerisme: “We willen geen ontvanger zijn van het beleid van Amsterdam om buitenlandse toeristen over Nederland te spreiden.”
Geld, invloed en idealen
Zonder uitwisseling geen community of practice. Daarom verdelen de deelnemers zich over drie groepen die gaan over geld, invloed en idealen. De thema’s benaderen elk op verschillende wijze de manier waarop je tegen landschapsontwikkeling aan kunt kijken. Het blijkt nog niet makkelijk om landschap te positioneren en daarmee recht te doen aan bestaande kwaliteiten: “We moeten heel precies zijn in het onderscheiden van landschapstypen, als je bijvoorbeeld wilt afwegen waar je zonneweides inpast of biodiversiteit verhoogt. In Utrecht werken we met zeven landschapstypen, dat is te weinig”, meent Paul Roncken, onafhankelijk adviseur van de provincie Utrecht.
Rond de financiering van landschap is nog veel onduidelijkheid volgens Tyora van der Meulen, jurist bij IPO. “Sommige instrumenten, als het Bijzonder Provinciaal Landschap, hebben nog geen juridische invulling, en het is soms niet helder wanneer je als overheid een financiële bijdrage voor landschap kan vragen aan marktpartijen.” Gebiedsfondsen worden vaak genoemd en kunnen succesvol zijn, hoewel altijd met opstart- en overheadkosten rekening moet worden gehouden om zo’n fonds in de lucht te houden.
In de omgeving van Amsterdam zijn enkele gebiedsfondsen met private sponsoring opgericht, die behalve geld ook (niet onbelangrijk!) commitment opleveren. Voor de grootste investeringen zijn ze echter te klein, en daarom kijkt men nu naar heffingen van enkele duizenden euro’s op nieuwbouwwoningen, die immers ook een recreatieve behoefte veroorzaken. In Limburg lukt dat niet, vertelt Herman van Steenwijk, want daar is juist sprake van krimp. Investeringen gaan er vooral om agrarische ontwikkeling en opruimen van vrijkomende agrarische bebouwing. Eventueel zou verevening kunnen worden toegepast tussen groeiende en krimpende deelgebieden.
Het Rijk maakt vooral geld beschikbaar in de vorm van het sluiten van deals. Voor de Erfgoeddeal kunnen nu projecten ingediend worden, onder de voorwaarde dat er ingespeeld wordt op een van deze thema’s (1) krimp/groei, (2) klimaatadaptatie (3) energietransitie. Cofinanciering is een vereiste. Maar in het algemeen blijkt dat de overheid nog veel te weinig luistert in de zoektocht naar oplossingen. Top down zonder veel diplomatie is alleen acceptabel in noodtoestanden zoals het afbreken van een dijk, dan hebben we geen tijd voor buurtvergaderingen. Maar wie bepaalt wat urgent is en wat niet in genuanceerde situaties?
Landbouw, haven en getijdennatuur
Als ergens ervaring is met stress en weerstand vanwege van bovenaf opgedrongen ontwikkelingen, dan is het wel in Zeeland. De Provincie werkt samen met zeven Vlaamse (o.a. de haven van Antwerpen) en Nederlandse partners aan de gevoelige transformatie van het Grenspark Groot Saeftinghe, waar de Hedwigepolder onderdeel van uitmaakt. Het getijdennatuurgebied omvat straks 4.700 hectare unieke natuur, van brakwaterschorrengebieden tot natte weidegebieden. Zij kozen voor een identiteitsgerichte strategie, met als de driehoek landbouw, haven en natuur centraal. Het is een inclusief traject - “alles wordt samen besproken en beslist”, stelt projectleider Richard Rozemeijer.
Hoe diep emotionele betrokkenheid gaat bij de eigen streek, ervaren Rozemeijer en zijn collega’s elke dag weer. Hoewel ze al een eindje op weg zijn, willen ze ook graag leren over ervaringen van anderen in de Community of practice. Hij nodigt alle aanwezigen uit voor een tweedaagse workshop in het voorjaar van 2020 , om de aanpak te tonen maar vooral ook om uit te wisselen: wat kan er anders of beter?
Groene Corridor
Merten Nefs, Vereniging Deltametropool, sluit het intensieve middagprogramma met een doorkijk naar 2020 en toont zich optimistisch over de groeiende community: behalve actieve deelname aan de landelijke werkconferenties en tussenliggende regionale bijeenkomsten, is in de afgelopen drie maanden de (besloten) LinkedIn-groep gegroeid van 140 naar 220 deelnemers. In aanloop naar de Landschapstriënnale krijgt de groep nog meer momentum om door te groeien. Op 3 september 2020 is het landschap als vestigingsvoorwaarde aan den lijve te ervaren in de Groene Corridor tussen Eindhoven en Oirschot, met een internationaal én lokaal programma in samenwerking met de hightech bedrijven. Zet de dag alvast in je agenda!
Voor meer info over de Community of practice Landschap als vestigingsvoorwaarde, zie hier.
De CoP wordt mogelijk gemaakt door Vereniging Deltametropool, Staatsbosbeheer, Rijksdienst Cultureel Erfgoed en het College van Rijksadviseurs, in samenwerking met MRA en provincies Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Brabant, en vele anderen.
tekst: Teun van den Ende, College van Rijksadviseurs