Toogdag Evaluatie Beroepservaringperiode

Rijksbouwmeester Floris Alkemade organiseerde op 11 september een toogdag over de evaluatie van de beroepservaringperiode in Den Haag.  Aanleiding voor de toogdag is de in juni gestarte evaluatie van de beroepservaringperiode die is vastgelegd in de Wet op de architectentitel. Nog in 2017 wordt gerapporteerd aan de Tweede Kamer over “de doeltreffendheid en effecten van de beroepservaringperiode in de praktijk”.

Toogdag

Doel van de dag was om samen met alle betrokkenen een eerste reactie te krijgen op de evaluatieresultaten. Aanwezig waren de beroepsorganisaties BNA, BNSp, NVTL en BNI, de drie universiteiten TU Delft, TU Eindhoven en WUR, vertegenwoordigers van de Academies van Bouwkunst en Kunstacademies, Stichting PEP, Bureau Architectenregister en de ministeries van BZK, OCW en EZ. Ook een aantal vertegenwoordigers van de studenten en enkele deelnemers en oud-deelnemers aan de beroepservaringperiode was aanwezig.

Eigen ervaringen

Na een toelichting op de evaluatieresultaten door Bureau Berenschot lichtten deelnemers hun eigen ervaringen met het opdoen van beroepservaring toe. Thijs Bennebroek vertelde over de zelfstandige route, Anne van Schooten over het geïntegreerde programma van PEP en Joyce Verstijnen over het buitenschools curriculum aan de Academies van Bouwkunst. Koen de Boo gaf een toelichting op het Ruimtelijk Traineeship voor Stedenbouwkundigen en Landschapsarchitecten in Rotterdam. 

Positieve resultaten

De eerste resultaten van de beroepservaringperiode zijn overwegend positief. De inhoudelijke betekenis van de beroepservaringperiode wordt onderschreven, het aanbod van mentoren lijkt voldoende en ook de deelnemers lijken als volwaardige werknemers te worden. Wel vonden de aanwezigen dat er behoefte is aan een betere informatievoorziening en aan meer afstemming tussen de verschillende routes. De uitkomsten van de evaluatie worden neergelegd in de rapportage die eind 2017 aan de Tweede Kamer wordt gezonden.