Naar een landschapsinclusieve benadering van ruimtelijke transities
‘Landschap’ is een aansprekend onderwerp is dat sterk leeft in de Nederlandse samenleving, zo stelt Martijn van Dam, staatssecretaris van Economische Zaken, in de Kamerbrief over Landschap van 18 oktober jl. In deze landschapsbrief wordt een flink aantal acties benoemd dat ‘landschap’ steviger op de agenda moet zetten. Een belangrijke actie is de toezegging dat de ministeries EZ, OCW en IenM beter willen gaan samenwerken in hun inzet voor het landschap. Staatssecretaris Van Dam stelt: ”De Nationale Omgevingsvisie, waar nu aan gewerkt wordt, is bij uitstek de plek waar de samenhang tussen ruimtelijke aspecten, natuur en landschap geborgd wordt. Daarom zal het vervolgtraject van de visie op landschap gecombineerd worden met het proces van de Nationale Omgevingsvisie, zodat landschap en landschappelijke kwaliteiten integraal worden meegenomen”.
Een belangrijke bouwsteen voor de discussie over de omgang met landschappelijke waarden is het advies “Verbindend Landschap” dat de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) op 8 november 2016 heeft uitgebracht met als centrale vraag: Hoe moet de zorg voor de kwaliteit van het Nederlandse landschap worden geborgd, nu er een grote dynamiek in dat landschap wordt verwacht als gevolg van veranderingen in ruimtelijke functies? De hoofdaanbeveling van de Raad is om het landschap centraal te stellen bij de ruimtelijke vormgeving van duurzaamheidstransities en daarnaast de samenleving met deze transities én met de kwaliteit van het landschap te verbinden. De raad adviseert alle partijen om bij ruimtelijke ingrepen:
- De duurzaamheidstransities te benutten om waardevol landschap te creëren.
- De betekenis en de waarden van het landschap in een open gesprek met bewoners en gebruikers te verkennen.
- Gebruik te maken van een ontwerpende benadering bij de ruimtelijke vertaling van transitieopgaven.
Het College van Rijksadviseurs onderschrijft het pleidooi van de RLI om het landschap als integratiekader voor ruimtelijke ontwikkelingen te beschouwen, hieraan te ontwerpen en hierbij burgers te betrekken volledig. Daar is een actieve, landschapsinclusieve benadering van de noodzakelijke transities op het gebied van klimaat, energie, natuur, voedselproductie en stedelijke ontwikkeling voor nodig. Alleen dan zal het lukken om de kwaliteit van onze - soms kwetsbare - cultuurlandschappen te behouden of te verbeteren. In zijn reflectie op het RLI-advies plaatste Berno Strootman (Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving) 8 november jl. de kanttekening dat er in zijn optiek meer nodig is om landschappelijke kwaliteit te bereiken. Zeker bij ingrijpende ontwikkelingen, zoals de transitie naar een duurzame energieopwekking.
Het College van Rijksadviseurs benoemt in een briefadvies reactie op RLI advies Verbindend Landschap aan de betrokken departementen en het IPO een aantal aandachtspunten voor het borgen van de samenhang tussen ruimtelijke aspecten, natuur en landschap. Het CRa wijst daarbij onder meer op het belang van de beschrijving, verbeelding en waardering van de dragers van onze landschappelijke identiteit en een goede monitoring van de kwaliteit van ons landschap.
Het College van Rijksadviseurs zal zich de komende jaren actief inzetten voor het uitvoeren van ontwerpend onderzoek aan de grote transities en de manier waarop zij in het landschap gestalte krijgen.