Gecoördineerde ontwikkeling van het IJsselmeergebied
Om tot een breed gedragen visie op de toekomst van het IJsselmeergebied te komen werken de Ministeries IenM, OCW en EZ samen met betrokken stakeholders aan een Gebiedsagenda IJsselmeer. Doel van deze Gebiedsagenda is het bevorderen van (ruimtelijke) samenhang in een gebied dat valt binnen 6 provincies. Om tot deze visie te komen is in 2016 een gebiedsdialoog gevoerd.
Het College van Rijksadviseurs is door DG Natuur en Agro van het Ministerie van EZ gevraagd - op basis van de uitkomst van de gebiedsdialoog - advies uit te brengen over de inhoudelijke en de procesmatige aspecten van het beoogde ontwikkelingsperspectief voor het IJsselmeer. Dit advies Gebiedsagenda IJsselmeergebied 2050 is opgesteld door de voormalig Rijksadviseur voor Landschap en Water, Eric Luiten.
Kern van het advies is de noodzaak tot rubricering van de uitkomsten van de gebiedsdialoog. De dialoog heeft een groot aantal uitgesproken ambities, wensen en projectvoorstellen opgeleverd. Het complexe maatschappelijke en ruimtelijke programma van het gebied vraagt om een ordening. Het CRa suggereert dit te organiseren met behulp van de ‘lagenbenadering’, waarbij drie subsystemen worden onderscheiden:
- Het laagdynamische bodem- en watersysteem: gericht op een gezond watersysteem;
- De laag van openbare nutsnetwerken: de belangrijkste opgave is de tracering en aanleg van energie-infrastructuur;
- Het patroon van grondgebruik: gericht op een internationaal toeristisch vaar- en verblijfklimaat
De lagen kennen ieder een eigen transformatietempo en verantwoordelijkheid. Om nieuwe interventies, voorzieningen en gebruiksvormen goed in te passen wordt voorgesteld spelregels voor omgevingskwaliteit vast te stellen. De ‘set van Gouden Regels’ die is samengesteld door de Van Eesterenleerstoel bij de TU Delft vormt hiervoor een prachtige basis. Een op te richten Kwaliteitsteam IJsselmeer zou dan op een goede toepassing van deze regels moeten toe zien.
Het CRa wil met dit advies onderstrepen dat er naar onze mening alle aanleiding bestaat om de ontwikkeling van het IJsselmeergebied gecoördineerd ter hand te nemen.