Het groene kapitaal van Nederland
Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving Berno Strootman hield een voordracht voor het Platform Utrechtse Buitenplaatsen tijdens het symposium ‘Zien en gezien worden’ op 17 november 2016. Met de titel "De longue durée van landgoederen en buitenplaatsen als ankers in het landschap" onderstreepte hij het belang van landgoederen en buitenplaatsen als continue factor in het landschap. Hij benadrukte de noodzaak van nieuwe financiële dragers en het belang van samenwerking tussen overheden en landgoedeigenaren.
In de maatschappij en politiek neemt de bezorgdheid over het Nederlandse landschap toe, de betekenis van het landschap als ‘het groene kapitaal van Nederland’ spreekt hieruit. Landgoederen en buitenplaatsen zijn van groot belang voor het landschap. Ze zijn een vorm van particulier groen en cultureel erfgoed, hebben veelal een eigenzinnig karakter en vormen vaak sprekende ensembles van gebouw, tuin, park en landschap. Eigenaren van landgoederen en buitenplaatsen benaderen hun bezit als rentmeester of als familiebedrijf: de nadruk ligt op instandhouding en continuïteit.
Financiële dragers organiseren
Landgoederen en buitenplaatsen hebben bijna allemaal moeite het hoofd boven water te houden. Er zijn te weinig structurele inkomsten. Steeds vaker wordt er gezocht naar nieuwe financiële dragers. Berno Strootman liet een groot aantal voorbeelden zien van manieren waarop eigenaren nieuwe financiële dragers organiseren: woningen op de plaats van oude erven, exclusieve horecagelegenheden, recreatieve activiteiten en het verhogen van belevingswaarde, natuurherstel en productie van biomassa voor duurzame energie.
Lasten en lusten in balans
Bij de noodzaak van het zoeken naar nieuwe financiële dragers horen ook nieuwe samenwerkingen tussen eigenaren en overheden. Dit gebeurt nog onvoldoende. Het cultuurverschil tussen overheden en eigenaren van landgoederen en buitenplaatsen is groot. Rijksadviseur Berno Strootman roept overheden op om landgoedeigenaren te ondersteunen, vertrouwen te geven en een grotere ondernemersvrijheid te bieden binnen duidelijke, gezamenlijk vastgestelde kaders. Daarnaast zou de economische waarde die landgoederen en buitenplaatsen gemeentes opleveren meer mogen terugvloeien: breng de lasten en de lusten in balans.