Gevraagd: vermaatschappelijking van het architectuurbeleid
In het najaar van 2016 verschijnt de nieuwe Actieagenda Architectuur en Ruimtelijk Ontwerp (AARO), opgesteld door de ministeries OCW en IenM. Deze nieuwe AARO is een van de opvolgers van de eerste Architectuurnota getiteld Ruimte voor Architectuur die 25 jaar geleden het begin van het architectuurbeleid van het Rijk inluidde. Het College van Rijksadviseurs (CRa) adviseert het Rijk over de ontwikkeling en formulering van dat beleid. Als lead partner voor de nieuwe AARO verscheen onlangs het CRa-advies Over de vermaatschappelijking van het architectuurbeleid.
Het hoofddoel van het beleid is onveranderd het scheppen van gunstige voorwaarden voor de totstandkoming van architectonische kwaliteit. Zo is het CRa zelf verankerd in de architectuurnota’s. Het CRa is dan ook nauw betrokken bij de uitvoering van de speerpunten uit de nota’s. Voor de nieuwe AARO blijven de hoofdlijnen van het beleid ongewijzigd, maar heeft minister Bussemaker aangekondigd dat het cultuurbeleid, waaronder de AARO valt, meer zal moeten aansluiten bij nieuwe maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland.
Maatschappelijke vraagstukken adresseren
Het CRa-advies doet aanbevelingen voor de inhoud van de nieuwe AARO en spitst zich vanuit het centrale motto ‘omgevingskwaliteit als ontwerpopgave’ toe op drie thema’s. Onder het thema ‘maatschappelijke vraagstukken adresseren’ worden ingrijpende opgaven zoals de energietransitie, hoogwaterbescherming, het herijken van de gebouwenvoorraad, nieuwe mobiliteit en het toenemende internationaal toerisme benoemd. Ontwerpers kunnen eraan bijdragen dat deze grote vraagstukken in ruimtelijke zin ontrafeld en daarmee ontwerpbaar worden. De AARO zou deze uitdaging moeten benoemen en het mogelijk maken dat er allianties worden gesmeed tussen belanghebbende partijen en ontwerpers.
Opdrachtgeverschap verder ontwikkelen
Burgers en maatschappelijke instanties doen steeds vaker hun intrede als opdrachtgever. Projecten worden complexe gezelschapsspellen, waarbij ook nog eens in toenemende mate sprake is van bouwteams of geïntegreerde contractvormen, waarbij de opdrachtgever zich beperkt tot het formuleren van een programma van eisen. Het CRa wijst op de voorbeeldstellende rol van de Rijksoverheid als opdrachtgever. Het CRa maakt zich zorgen over de wijze waarop ambities en eisen over omgevingskwaliteit worden verankerd in de contracten die publieke opdrachtgevers afsluiten met consortia in de bouw. Het ontbreekt opdrachtgevers in toenemende mate aan mechanismen om op kwaliteit te kunnen sturen. De AARO moet dan ook het publieke opdrachtgeverschap stevig agenderen, aldus het CRa.
Ontwerpvaardigheden aanscherpen en actualiseren
Ontwerpers zijn bij uitstek geschikt om maatschappelijke ontwikkelingen ruimtelijk voorstelbaar te maken. Met een verbindende, ontwerpende houding ontstaan mogelijkheden om een beter planvormings- en besluitvormingsproces te organiseren dat leidt tot ruimtelijke kwaliteit. Het onderwijs speelt een belangrijke rol bij het aanleren van deze ontwerpende houding en andere ontwerpvaardigheden. Blijvende vakontwikkeling moet dan ook worden gestimuleerd, aldus het CRa. Ook zal het CRa blijven adviseren op de in de Wet op de Architectentitel opgenomen verplichte beroepservaringsperiode.
Operationaliseren
Concluderend stelt het CRa dat de AARO succesvoller zal zijn naar mate het lukt om de gevraagde vermaatschappelijking van het architectuurbeleid ook daadwerkelijk operationeel te maken. Dat vraagt om regie en afstemming tussen de diverse uitvoerende partners van de AARO. Ook adviseert het CRa om elkaar te blijven inspireren, bijvoorbeeld door middel van evaluaties en werkbezoeken, zoals het werkbezoek van het CRa onlangs met de directeuren van de betrokken departementen naar het Nieuwe Sleutelproject Rotterdam CS.
Lees hier het volledige CRa-advies Over de vermaatschappelijking van het architectuurbeleid.