Omgevingskwaliteit gevat in drie formules
Het College van Rijksadviseurs adviseert minister Schultz om omgevingskwaliteit tot centraal doel van al haar omgevingsbeleid te maken. In het onlangs uitgebrachte advies Omgevingskwaliteit aan I en M brengt het CRa het begrip omgevingskwaliteit tot leven aan de hand van drie formules. Het advies is door I en M gevraagd in het kader van de totstandkoming van de Nationale Omgevingsvisie.
Onderdeel van het adviestraject zijn het door Peter Paul Witsen in opdracht van het CRa geschreven essay Waard of niet, een pre-advies dat is toegelicht in een debat met de minister en tot slot een door het CRa georganiseerde discussiebijeenkomst. Het CRa hecht groot belang aan een brede waardebenadering van de fysieke omgeving. De operationalisering van omgevingskwaliteit door het CRa leidt dan ook tot een kansrijke verruiming van het begrip. Integrale omgevingskwaliteit moet het centrale doel worden van al het ruimtelijk handelen, aldus het CRa.
Omgevingskwaliteit = concurrentiekracht x leefbaarheid
Dat betekent een balans tussen enerzijds economische concurrentiekracht (een belangrijke doelstelling van de SVIR, de vigerende nationale RO-nota) en anderzijds leefbaarheid. De Omgevingsvisie moet handvatten bieden om omgevingskwaliteit richtinggevend te laten zijn bij alle beslissingen over gebruik en inrichting van de ruimte. Dat vergt een ‘moedige stip op de horizon’ voor de gehele ruimtelijke hoofdstructuur van Nederland en een inzet op ruimtelijk ontwerp.
Omgevingskwaliteit = duurzame nutsnetwerken + heldere gebruiksregels
De thema’s van de 21e eeuw, zoals klimaatadaptatie, herbestemming en energietransitie vragen om nieuwe ambities en programma’s, maar ook om een nieuwe interactie tussen ruimte en samenleving. Het CRa ziet een zorgplicht voor de rijksoverheid in het investeren in en onderhouden van publieke nutsvoorzieningen zoals de weginfrastructuur, de digitale infrastructuur, het watersysteem en het natuurnetwerk. Deze systemen moeten compleet, toekomstbestendig, betrouwbaar, gezond en veilig worden gemaakt, maar ook op zorgvuldige wijze worden vormgegeven en ingepast in de omgeving, als voorwaarde voor omgevingskwaliteit. De omgevingskwaliteit neemt toe naarmate de benutting van de systemen slimmer, efficienter, rendabeler en schoner is georganiseerd. Denk bijvoorbeeld aan slimme spelregels zoals hoogbouw bij OV-knooppunten.
Omgevingskwaliteit = ruimtelijke kwaliteit + milieukwaliteit
Naast een brede waardebenadering en spelregels voor systemen en netwerken introduceert het CRa als derde dimensie van omgevingskwaliteit een integratie van ruimtelijke kwaliteit en milieudoelstellingen. Samenvattend noemt het CRa vijf aanbevelingen met betrekking tot de uitwerking en borging van omgevingskwaliteit als centraal begrip in de Nationale Omgevingsvisie.
- Omgevingskwaliteit moet het integrerende motief worden voor ruimtelijk beleid.
- Gebruik de Omgevingsvisie om invulling te geven aan de rijkstaak van zorg voor grote nutsvoorzieningen.
- Focus op de ontwikkeling van sterke concepten die de integratie van ruimtelijke en milieukwaliteit bevorderen.
- Vraag het CRa om een vervolgadvies waarin een beoordelingsinstrumentarium verder wordt uitgewerkt.
- Gebruik de nieuwe Actieagenda Architectuur en Ruimtelijk Ontwerp (AAARO) om het begrip omgevingskwaliteit uit te diepen als geïntegreerde ontwerpopgave.
Lees hier het volledige advies.