Agenda Stad door de ogen van het CRa
Hoe kan Agenda Stad tot een succes worden gemaakt? Met het advies ‘De Agenda Stad door de ogen van het College van Rijksadviseurs’ levert het CRa een bijdrage aan de Agenda Stad, een interdepartementaal initiatief met als voortrekker het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Op de grote startconferentie pleitte Rijksadviseur Infrastructuur en Stad Rients Dijkstra voor actie. ‘De beloftes zijn genoteerd. Nu deals, actie en goede voornemens nakomen.’
De uitvoering van concrete plannen voor de stad is verre van vanzelfsprekend, zelfs wanneer er overeenstemming is over wat inhoudelijk waardevolle ingrepen zijn. Stedelijke projecten zijn per definitie complex en uitvoering vergt samenwerking. Het CRa-advies gaat daarom vooral in op de vraag hoe de Agenda Stad tot een succes kan worden gemaakt. Ander belangrijke punten zijn de verdeling van de verantwoordelijkheden bij nationale en stedelijke opgaven en de balans tussen concurrentiekracht en leefbaarheid. Het advies is een tussenstap in het proces van de Agenda Stad en vormt een aanvulling op de deelname van Rients Dijkstra aan de Agenda Stad Denktank. Het CRa geeft aan graag te willen helpen bij de doorontwikkeling van de Agenda en de City Deals. Het College ziet daarbij drie majeure thema’s.
1. Nationaal versus decentraal: Het Rijk en de stedelijke regio’s hebben elkaar nodig om de concurrentiekracht en de leefbaarheid te vergroten
Veel organisaties en initiatiefnemers zien kansen voor groei, voor innovatie en voor grotere leefbaarheid van steden. Wat echter zorgen baart is de discrepantie tussen de theorieën, ideeën en instrumenten en het succes ervan. Het woekert van de containerbegrippen zoals Smart City, Big Data, Bottom Up. Neemt de aandacht voor de stad niet de vorm aan van een hype? Tegelijkertijd neemt de ambitie van het Rijk om over de stad te willen beslissen juist af. Bereiken we met decentralisatie het hoogst haalbare als het gaat om leefbaarheid en concurrentiekracht? Dit vraagt om onderzoek en debat naar een nationale visie en instrumentarium. Ook moet onderzocht worden in hoeverre het Rijk kennis over regionale stedelijke ontwikkeling kan verzamelen en inzetten in het begeleiden van stedelijke regio’s.
2. Samenwerking tussen nationale en decentrale overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en burgers
Om de effectiviteit van nieuwe samenwerkingen te vergroten kan worden geleerd van succesvolle programma’s als Ruimte voor de Rivier. Intensieve kennisoverdracht van lessons learned in complexe processen is gewenst. Samenwerking vraagt bovendien om duidelijkheid over wat van nationaal belang is en wat regionaal. Onderzoek de Rijk-regio-agenda door middel van gebiedsonderzoek en ateliers.
3. Agenda Stad tegen de achtergrond van concurrentiekracht en leefbaarheid
Deze doelstellingen vormen de beide zijden van de medaille: quality of life, of leefbaarheid, is op langere termijn een fundamenteel onderdeel van concurrentiekracht. Het CRa pleit dan ook voor een Agenda Stad waarin een duidelijke balans tussen beide wordt gevonden. Deze balans moet gemeengoed worden in alle integrale beleidsdocumenten over de stad en over nationale ruimtelijke ordening. In de nieuw op te stellen Omgevingsvisie als vervolg op de SVIR moeten beide begrippen helder worden uitgewerkt om daarmee sturing te kunnen geven aan het debat over de agenda van het Rijk.
Lees het Advies De Agenda Stad door de ogen van het College van Rijksadviseurs.