Vergroening Europees landbouwbeleid

Staatssecretaris Dijksma heeft in juni 2014 de nationale invulling van het Europese landbouwbeleid voor de komende jaren bekend gemaakt. In een brief aan de Tweede Kamer staat in grote lijnen beschreven hoe de vergroening via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLb) ingevuld wordt. De wijze waarop het GLb voor Nederland gaat uitpakken en met name de potenties voor de kwaliteit van het cultuurlandschap zijn voor het College van Rijksadviseurs (CRa) aanleiding geweest om een ontwerpend onderzoek te laten uitvoeren naar de landschappelijke kansen van de vernieuwing van het landbouwbeleid. Dijksma heeft het CRa inmiddels gevraagd om een advies.

Noordoostpolder

Met de vernieuwing van het GLb is een zwaar bevochten stap gezet naar een landbouwbeleid met explicietere aandacht voor milieukwaliteit en biodiversiteit. Deze vernieuwing is een logische stap in de ontwikkeling van het Europees landbouwbeleid. Al is het schoorvoetend, de volgende stap naar een verduurzaamde landbouw is gezet. Dat is een goede ontwikkeling, ook vanuit landschappelijk oogpunt. Landbouw heeft het Nederlandse landschap gevormd, denk maar het voor Nederland kenmerkende veenweidelandschap en de kleinschalige landschappen van Twente en Achterhoek. Het Europees landbouwbeleid is er mede debet aan dat door schaalvergroting en productieverhoging in deze cultuurlandschappen grote veranderingen hebben plaatsgevonden.

Licence to produce

Vanuit de samenleving die steeds meer een urbane en steeds minder een rurale verankering heeft, wordt aanhoudende kritiek geleverd op het hoge bedrag dat jaarlijks vanuit de EU-begroting naar de landbouw gaat. Gevolg daarvan is dat de sector meer dan ooit moet werken aan zijn ‘licence to produce’. Voor het maatschappelijk draagvlak voor de uitgaven aan de landbouw is het belangrijk dat de burgers zien welke grotere doelen met deze bestedingen gediend zijn. De vergroening kan hier een belangrijke rol in spelen. Met name vergroeningsmaatregelen die zichtbaar zijn in het veld en die dus ten goede komen aan het landschap kunnen de opinie positief beïnvloeden.

Een bredere kijk op vergroening

Om de kansen van de vergroening in beeld te brengen heeft het CRa adviesbureau WING, ondersteund door ontwerpbureau Terra-Incognita, DLG en Alterra, gevraagd in beeld te brengen hoe verschillende gradaties van samenwerking bij de vergroening de kwaliteit van het landschap zouden kunnen ondersteunen. Het onderzoek richt zich tot de invulling van de ecological focus areas (EFA’s), de 5% van het areaal dat agrariërs moeten bestemmen voor ecologisch beheer, zoals bijvoorbeeld akkerranden, natuurbraak of landschapselementen. EFA’s zijn in het GLb vooral gemotiveerd vanuit doelstellingen ten aanzien van biodiversiteit. Het CRa pleit voor een bredere legenda dan alleen een strikt ecologische.

Toegankelijkheid voor recreanten

In de studie van WING worden verschillende modellen van samenwerking onderzocht. Een van de conclusies is da een bredere, landschappelijke benadering meer kansen biedt voor een ontwikkeling die ook op langere termijn houdbaar is. Samenwerking op regionale schaal, waarbij de EFA’s op basis van een gebiedsplan worden ingevuld, biedt mogelijkheid om in te kunnen spelen op maatschappelijke doelen zoals de toegankelijkheid van het landelijke gebied voor recreanten, het herstel van historische beplantingspatronen en maatregelen in de sfeer van het oppervlaktewaterbeheer. In twee voorbeeldgebieden (Veenkoloniën en Hoekse Waard) wordt door middel van ontwerpend onderzoek weergegeven wat dit voor het landschap kan opleveren.

Advies effecten

De Europese Commissie heeft aangekondigd om in 2016 de vergroening via EFA’s te evalueren. De staatsecretaris geeft in haar Kamerbrief van december 2014 aan dat ze de ervaringen die we in Nederland in 2015 opdoen met de effectiviteit van de invulling van EFA’s wil inbrengen in die evaluatie. De evaluatie is voor haar aanleiding om de Rijksadviseur voor Landschap en Water te vragen advies uit te brengen over de effecten van de vergroening op de kwaliteit van het regionale cultuurlandschap. Het College van Rijksadviseurs gaat hier de komende maanden mee aan de slag. Het Nederlands EU-voorzitterschap van 2016 is een goede aanleiding om de evaluatie ambitieus in te zetten. Dit zou een mooi ‘oogstmoment’ kunnen zijn van de groene ambities die Nederland de afgelopen jaren geuit heeft in Brussel.

Download het onderzoek van WING: GLb als drijvende kracht voor landschapskwaliteit

Lees de Kamerbrief van EZ over de vergroening van het landbouwbeleid